Benodigdheden: Twee poppen (jongens) een poppenkast en een eenvoudig decor. Dat kan een huiskamer zijn of zo, of een effen achtergrond als een soort muur. De poppen hebben versierspullen nodig. Kerstslingers en sterren enz. Het is op zich handig als de poppen met de handen kunnen werken. Wij gebruikten poppen zonder bewegende mond, maar met handschoenen als handen, in één van de handschoenen hadden wij een eigen hand en de andere handschoen werd opgevuld zodat je extra mogelijkheden krijgt. Je kunt bijvoorbeeld met je eigen hand de andere hand vastpakken en zo biddende handen maken, maar je kunt ook op je hoofd krabben om na te denken, in de neus van de pop peuteren enz enz. Voor het versieren van de poppenkast heb je gewoon wat handen nodig, dit is het meest gemakkelijke, alhoewel een bewegende mond ook iets heeft. Je kunt met de mond ook dingen oppakken en ophangen, zorg wel voor goede spullen. Dus slingers die bijvoorbeeld zo geklit kunnen worden aan klitteband plakkers op de wanden enz.
---------------------------
Pim en Pom

Trala trala tralala trala trala hopsasa...
  
(Pim kijkt tussen de gordijnen door en zegt:)
 
Hallo zijn jullie er al?  .......

(pim opent de gordijnen)
 

Wat hebben jullie een mooie kerstboom zeg. En jullie zijn zo
netjes gekleed. Vieren jullie soms kerstfeest?  .......
 
Oh… dat was ik bijna vergeten. Ik vind kerstfeest vieren ook leuk. Ik ga snel mijn vriend Pom zoeken dan kunnen we de poppenkast versieren.
  
(Pim kijkt heen en weer en zoekt zogenaamd Pom)
 
(Pim roept:)
Vriendje Pom, kom help mij mee, vriendje Pom kom help mij mee, vriendje Pom, Pommerdepom, kom versier met mij de grote poppenkast. 

Pom..... Pommer de pommer de pommertje waar ben je?
 
Volgens mij hoort Pom mij niet. Zullen we hem even samen roepen? Ik tel tot 3 en dan roepen we heel hard Poooom. 1, 2, 3 Poooom. Ik zie Pom nog niet. We moeten nog harder roepen. Ik tel weer tot 3. 1, 2, 3 Pooooooooooom.
  
Pom :
Wat is er? Wie roept mij?
  
Pim : Ik roep jou samen met alle mensen en kinderen. Denk eens even na Pom, denk eens even heel goed na en vertel mij wat voor dag het vandaag is!         

Pom : Het is vandaag 25 december.

Pim : Ja ga verder. Vertel vertel. Wat vieren we op 25 december Pom?

Pom : Sinterklaasfeest misschien? Ik zou het niet weten hoor.

Pim : Pommetje toch. Pom wat dom. Dom hoor Pom. Dom.. dom... dom.. dom.. dom Pom. We vieren vandaag KerstfeestPom en daarom moet jij mij helpen de poppenkast te versieren.

Pom : Oh ja natuurlijk het is kerstfeest. Dat was ik helemaal vergeten. Ja dan moeten we het wel wat gezellig maken. Ik ga snel wat versierspulletjes pakken.

(Pom pakt de sterren en klokken en komt terug)

Hier Pim hang jij ook even wat op?
 
Pim : Ja hoor.
  
(Tijdens het versieren zingen ze samen)
 
Samen: Kerstfeest vieren, Poppenkast versieren, klokje hier, sterretje daar en we zijn nog lang niet klaar.
 
Pim : 
(Kijkt naar de kinderen en zegt:)
Kerstfeest is het feest van de Here Jezus hè?.... In de bijbel staat dat de Here Jezus toen geboren werd.  En alles wat in de bijbel staat is waar. Echt waar.
 
Pom : Nee hoor. Dat is helemaal niet waar.
 
Pim : Welles
 
Pom : Nietes
 
Pim : Waarom dan niet?
 
Pom : Nou luister maar eens goed naar mij grote vriend Pimmetje. In de bijbel staat ook geschreven : Wie bidt die ontvangt. 
 
Pim : Dat klopt als een bus Pom. Goed... goed... goed.
 
Pom : Dat betekent dat je iets kunt vragen aan God en dat je dat dan ook krijgt.
  
Pim : Ja.. ok‚.. ok‚.. ok‚..
  
Pom : Dus heb ik God om een nieuwe fiets gevraagd en die heb ik niet gekregen. Helemaal niets heb ik gekregen. Njente nul zero niets.
 
Pim : Niets. Maar dat is fout, helemaal fout. Heb je het wel goed gevraagd?
 
Pom : Tuurlijk. Ik heb gezegd: Here God geef mij een nieuwe fiets, als het even kan .. nu meteen.
 
Pim : Fout Pom. Fout, fout, fout, fout, fout domme Pom. Zo vraag je toch niet om een nieuwe fiets?
Dat moet je netjes vragen en je moet heel veel geduld hebben en je kunt ook niet zomaar alles vragen.
 
Pom : Hoezo geduld? Wat is dat?
 
Pim : Geduld betekent dat je rustig kunt wachten. God geeft de fiets op het moment dat Hij het wil. Dus misschien laat hij jou even wachten!  
 
Pom : Ja dat kan wel zijn, maar ik heb de fiets over een paar dagen al nodig voor een wedstrijd.
Ik wil dolgraag winnen, maar dat gaat niet zonder een fiets.

Pim: Maar je gaat toch geen wedstrijd rijden op een splinternieuwe fiets? Dan gaat die stuk. God kan dat geld beter gebruiken voor arme kindertjes of zo.

Pom: Ja dat is ook wel weer zo, maar ik heb een hele snelle fiets nodig en echt heel snel, dat mag gerust een wat oudere fiets zijn, als ik er maar mee racen kan.
 
Pim : Maar je hebt nog een paar dagen de tijd. Dus als we nu eens goed bidden en het netjes vragen dan heb je de fiets vast nog wel op tijd.
 
Pom : Oké. Jij bidt en ik zeg Amen.
 
Pim : Hemelse vader we vragen u om Pim te helpen aan een goede fiets voor de wedstrijd. We weten dat u een goede God bent en dat U wilt dat we krijgen wat we nodig hebben. We vertrouwen op U.
 
Pom : Aaaaaaaamen. (heel overdreven)
 
Pim : En nu maar wachten op Gods antwoord. Geduld is een schone zaak pommer de pommer de Pom vriend van me.
  
(hij geeft Pom een stevige klap op de schouder.)
 
Pom : In ieder geval ben ik er klaar voor. Laat die fiets maar komen. (hij houdt zijn handen onder zijn kin en begint te fluiten)
Duurt dat lang hè? Pfffff. Nu nog een fiets.
 
Pim : Maar Pommetje vriend, ik krijg ineens een uitstekend idee. Weet je dat je mijn fiets ook wel mag lenen voor de wedstrijd? Mijn 
superdesupersnelle sportfiets. Ik heb de fiets die dag toch niet echt nodig.
 
Pom : Meen je dat? Meen je dat echt? Tsjonge jonge jouw fiets is mega snel. Mag ik 'm echt lenen?
 
Pim : Natuurlijk je bent toch mijn vriend? Had het me maar eerder gevraagd.
 
Pom : Tsjonge zeg ik kan het haast niet geloven. Het lijkt wel op een gebedsverhoring.
 
Pim : Wat zei je? Ik versta je niet helemaal goed Pom.
 
Pom : Ik zei: 't lijkt wel op een gebedsverhoring.
 
Pim : Ja warempel. Zie je wel dat netjes vragen en een beetje geduld de de beste manier is. Je hebt gebeden en gekregen.
 
Pom : Ja je hebt helemaal gelijk pimmetje.
 
Samen: Wie bidt die ontvangt.
        
Ze draaien zich met de rug naar het publiek toe en sluiten de gordijnen. (Nog één keer steken ze de koppen tussen de gordijnen door.)
 
Pom : Gezegend Kerstfeest Pim.
 
Pim : Gelukkig Nieuw haar Pom.
          
Samen: Doeg allemaal. Gezegend Kerstfeest.
 
Doeeegg. Tot ziens.