Daan staat midden op het gras.
Vlug draait hij in het rond
totdat hij heel erg duizelig wordt,
dan valt hij op de grond.
 
Daan lacht hardop, hij vindt het leuk
om in het gras te rollen;
dus staat hij op om overnieuw
weer in het rond te tollen.
 
Dan wordt Daan moe, hij kijkt omhoog
en ziet een olifant
met grote kop en lange slurf
en aan de andere kant
 
ziet Daan een engel, ja echt waar!
Die woont vast in de wolken.
Dan is hij dicht bij de Here God.
Dat hoort voor engelenvolken:
 
ze moeten horen wat God zegt
en als ze te ver weg zijn,
verstaan ze Hem misschien niet goed
en dat zou toch wel pech zijn.
 
Daan wordt wel moe van al dat kijken,
zijn duim komt in zijn mond.
Als mamma even later komt
ligt Daantje slapend op de grond.
 
Mam legt hem lekker in zijn bed,
geeft hem een dikke zoen.
Als Daantje later wakker wordt
mag hij weer van alles doen.