John woont in Oldenzaal in een heel groot huis. Hij had alles, een play-station, skeelers, mountainbike en een eigen computer. Hij ging drie keer per jaar met vakantie. Hij schepte altijd op van dit heb ik en dat kan ik. We zijn met vakantie naar Disneyland geweest of we zijn naar Amerika geweest. Hij had veel vriendjes die graag bij hem speelden, maar niet omdat hij zo aardig was meer omdat hij zoveel had.

Bij hem in de klas zat Hans. Hans zijn vader had geen werk en ze hadden thuis niet veel geld. Op school deed Hans zijn best, maar niemand wilde graag met hem spelen. Hij had geen Levi broek of Nike schoenen, maar vaak tweedehands kleren.

Op een dag kwam John uit school thuis en er waren allemaal vreemde mensen in- en om het huis. Ze droegen allemaal spullen in een grote vrachtwagen. Ook de spullen die van John waren. Hij werd boos en zei; zet mijn spullen terug. Maar hij kreeg geen antwoord. Binnen liep hij naar zijn vader die erg boos keek. Papa waarom halen ze mijn spullen weg, vroeg John. Ja John zei zijn vader, voortaan is er niet zoveel geld en krijg je niet meer alles wat je wilt en de vakantie van volgende maand kan je ook vergeten.
Waarom dan toch? Nou daarom, het geld is op.
Wat was nu het geval. John zijn vader had met geld geknoeid en schulden gemaakt en nu werd er beslag gelegd op alle spullen. John sliep die nacht slecht en huilde veel.
De volgende dag op school hadden de kinderen al gehoord van hun ouders wat er bij John thuis gebeurd was. Ze begonnen John te plagen en vroegen aan hem of zijn vader met vakantie naar de gevangenis ging. Hans keek hoe de kinderen -die eerst altijd bij hem speelden- hem nu plaagden.
Hij ging naar John en vroeg aan hem of hij met hem wilde voetballen. Dat wilde John wel. al was het alleen maar omdat hij dan even niet hoefde te denken. Uit school ging hij met Hans mee naar huis, want hij wilde liever niet direct terug naar het lege grote huis met een boze vader en een verdrietige moeder. Hans zijn moeder had limonade voor hem en ze gingen samen naar buiten Hans zijn vader helpen met de duiven. Toen John uiteindelijk naar huis moest vroeg hij aan Hans waarom hij wel met hem wilde spelen terwijl hij nooit aardig gedaan had tegen hem. Nou zei Hans; Ik weet wat het is om alleen te zijn en weinig geld te hebben, maar ik ken de Here Jezus en die leert mij om aardig te zijn voor alle mensen en speciaal voor mensen die het moeilijk hebben.