Er was eens een prins.
Wie weet wat een prins is? Een prins is de zoon van een koning. Een prins woont in een mooi paleis.
Nu werd de prins verliefd op een meisje, maar zij woonde in een krottenwijk. Weten jullie wat een krottenwijk is?
Daar wonen mensen die geen geld hebben om een huis te huren en vaak ook geen geld om eten en kleren te kopen.
De prins wilde het meisje naar zijn paleis halen om met haar te trouwen en dan kon ze bij hem wonen, maar dat wilden de papa en mama van het meisje niet hebben. Als hij zegt dat hij zoveel van je houdt, komt hij maar hier wonen zeiden ze.
Denk je dat de prins het deed. Nee dat wilde hij niet ondanks dat hij het meisje heel lief vond.
De Here God is een Koning en Hij had een zoon die prins was. Jullie raden het al. Het is de Here Jezus.
Hij woonde in de hemel en daar is het nog veel mooier dan in een paleis. De Here God en de Here Jezus houden zoveel van de mensen, dat de Here Jezus hier naar de aarde gekomen is om bij ons te wonen, omdat de satan de macht had gepakt. Dus om hem te verslaan moest Jezus wel naar de aarde komen. Jezus woonde niet in een paleis, maar eerst in een stal, toen moest hij op de vlucht naar Egypte en daarna woonde hij in een eenvoudig huis, want zijn aardse vader, Jozef, was timmerman en verdiende niet zo veel.
Leefde Jezus nog lang en gelukkig, zoals dat in een sprookje heet? Nee.
De mensen waren Hem niet eens dankbaar, want ze hebben Hem gedood. Er waren er maar een paar die echt van Hem hielden.
Met het vieren van het Heilig Avondmaal denken we aan wat Jezus voor ons heeft gedaan.
Nu is Jezus weer in de hemel. Hij is geen prins meer, maar Hij is nu Koning. Jezus, de Koning, zegt dat Hij onze broer is. Is het niet fijn om zo’n grote Broer te hebben?