Na de oorlog, dus heel lang geleden, zijn veel families geëmigreerd naar Canada of naar Australië. Voor hen waren deze landen het beloofde land.
Dina was 12 jaar oud en ze had 1 zusje en 5 broertjes toen haar ouders naar Australië gingen. Ze was altijd gek op lezen en had heel veel boekjes. Maar er moest zoveel mee naar dat verre land dat iedereen maar 1 kleine koffer met spulletjes mee mocht nemen. Alle boekjes die ze had moest ze achterlaten. Daar hoorde ook haar lievelingsboekje bij. Dat ging over Kabouter Piggelmee. Wat moest ze doen? Weet je wat ze deed? Ze heeft het hele boekje uit haar hoofd geleerd, zodat ze het nooit zou vergeten. Daarom vond ze het uiteindelijk niet erg dat het boekje niet mee kon.
Dina is nu 80 jaar oud, maar ze kan nog steeds uit het boekje vertellen. Ze weet wel niet alles meer, maar nog wel waar het over gaat. Dat vertelt ze nu aan haar achterkleinkinderen.
Heel lang geleden mocht je niet zomaar in de Here Jezus geloven. De kerk schreef voor wat je moest geloven. Er zijn nu ook nog landen waar je niet zomaar naar een kerk kunt gaan. In veel landen waren ook niet zoveel Bijbels, dus als je al in een Bijbel kon lezen moest dat heel stiekem. Weet je wat deze mensen deden en sommigen nog doen? Ze leren wat ze lezen uit het hoofd. Als de Bijbel dan weer doorgegeven wordt aan anderen, weten ze toch nog wat de Here Jezus hen allemaal te vertellen heeft.
Is dat belangrijk? Ja, want de Here Jezus vertelt niet alleen wat Hij graag wil dat wij doen, maar Hij troost ons ook als we verdrietig of eenzaam zijn. Hij vertelt ons ook over het beloofde land waarin wij straks mogen wonen.
Ik hoop ook dat jullie als jullie groot zijn nog altijd weten wat jullie papa en mama en de mensen van de kerk jullie allemaal vertelt en geleerd hebben.