Mijn oom was een boer. Hij werkte hard op het land en in de schuren. Zijn zoon Jurrie, mijn neef dus, kon heel goed leren. Op een dag zei Jurrie tegen mijn oom: “Pa, ik wil naar de universiteit”. Wie weet wat dat is? Nu als je heel goed kunt leren ga je daarheen, maar het kost wel veel geld.
Jurrie ging naar de universiteit en leerde voor ingenieur. Hij hield van feestjes en sport waardoor zijn studie langer duurde dan normaal. Maar zijn vader betaalde zijn studie dus hij had geen zorgen over geld.
Toen Jurrie was geslaagd, was hij apetrots op zichzelf. Dat heb ik toch maar goed gedaan dacht hij. Nu kan ik beginnen aan een goed betaalde baan en eindelijk weg uit dat benauwde dorp waar ik vandaan kom.
Jurrie solliciteerde op diverse advertenties, maar had geen succes. Op een dag kreeg hij een uitnodiging om te komen. Hij trok zijn beste pak aan, ging naar de kapper, poetste zijn schoenen en ging op weg. Hij kwam bij de directeur van het bedrijf.
De directeur vroeg hem over van alles en nog wat. Hij antwoordde netjes. Toen vroeg de directeur wie zijn studie had betaald. Hij zei mijn vader.
De directeur vroeg hem; wat doet je vader. Daar werd mijn neef een beetje verlegen van, want hij dacht, wat moet die directeur wel niet denken als ik dat zeg.
Mijn vader is boer, zei hij tenslotte.
De directeur keek naar de handen van mijn neef, deze waren schoon en zacht.
Hij vroeg: Help jij je vader weleens? Natuurlijk niet, zei mijn neef.
Toen zei de directeur: “Nu moet je vanavond eens naar de handen van je vader kijken en in de schuren waar hij werkt. Kom morgen maar terug."
Jurrie ging in gedachten naar huis. Wat zou die directeur bedoelen dacht hij bij zichzelf. Maar hij was blij omdat hij de volgende dag terug mocht komen.
Het was nog geen etenstijd toen hij thuis kwam. Hij kleedde zich om en ging zijn vader zoeken in één van de schuren. Daar stond zijn vader zware strobalen op een kar te zetten. Hij zweette en zwoegde. Jurrie keek naar zijn vaders handen. Deze waren vuil, er zaten littekens op en er liep bloed over de rug van zijn hand.
Weet je stro kan heel hard zijn en kan je huid beschadigen. Jurrie keek naar zijn handen en begon zich te schamen.
Laat mij je helpen vader, zei hij, maar je moet eerst even een pleister op je hand doen anders komt alles onder het bloed te zitten. Zijn vader liep met Jurrie naar de kraan en waste zijn handen. Jurrie had intussen de pleisters gepakt. Hij knipte er een stuk af om het op de wond te doen.
Je moet wel een beetje voorzichtig met die vinger zijn hoor, zei mijn oom, want die heb ik een keer gebroken gehad, maar omdat het zo druk was heb ik niet de tijd genomen om naar de dokter te gaan. Nu doet die vinger soms zo zeer dat ik hem niet kan aanraken. Jurrie deed zo voorzichtig mogelijk. Samen gingen ze de laatste strobalen op de kar zetten. Oh, wat viel hem dat tegen. Hij was best sterk maar wat zijn die balen zwaar!!! Hij was blij dat moeder riep dat het eten klaar was.
Tijdens het eten was Jurrie stil en zat naar zijn ouders te kijken. Ze werden wel erg oud vond hij en ze zagen er moe uit. Hij vroeg aan hen; Ik ben nu klaar met mijn studie en hoop morgen een baan te krijgen, wat gaan jullie doen? Jullie worden ouder, moeten jullie het niet een beetje kalm aan doen? Mijn tante antwoordde; Je vader heeft het advies van de dokter in de wind geslagen om het kalmer aan te gaan doen, omdat jij nog niet klaar was met je studie, maar nu gaan wij de boerderij verkopen en een huisje in het dorp huren. Zo kunnen wij nog gaan genieten van de jaren die komen, hopen we.
De volgende dag ging Jurrie weer naar de directeur. Hij had die nacht slecht geslapen omdat hij steeds aan zijn vaders handen moest denken. Zijn vader hield van hem en wilde het beste voor hem. Dat begreep hij nu.
De directeur vroeg hem; Heb je gedaan wat ik je vroeg.
Ja, zei Jurrie, ik heb de handen gezien die beschadigd zijn door het harde werken. Ik heb mijn vader geholpen en kwam erachter wat voor zwaar werk hij al die jaren heeft gedaan om mij te laten studeren. Ik wou dat ik mijn studie sneller had gedaan, zodat mijn vader eerder had kunnen stoppen met dit zware werk.
Goed zo, zei de directeur, je bent aangenomen. Mensen die zien dat anderen hard werken en niet alleen zichzelf zien, kan ik gebruiken.
Waarom dit lange verhaal over de handen van mijn oom?
Heb je er wel eens aan gedacht hoe Jezus' handen eruit zien?
In zijn handen zitten grote littekens. Wie weet hoe dat komt? Jezus houdt van ons daarom is Hij voor ons gestorven en wij krijgen straks eeuwig leven omdat Hij ons heeft gered. Als we nu aan Jezus’ handen denken zullen we niet snel vergeten wat Hij voor ons deed en niet denken zoals Jurrie; Wat ben ik toch goed. Alleen door Jezus' liefde en hulp kunnen wij zo goed worden als Hij. Samen met Hem kunnen wij ook meer voor andere mensen doen en niet alleen maar aan onszelf denken.
Bijbelverhalen
Jezus' handen
- Details
- Geschreven door Boer-Kosmeier, Anita den
- Categorie: Vertelverhalen van Anita
- Hits: 6204