Och, lieve luisteraars en knappe lezers, wat is er veel gebeurd de laatste weken. Lambiek is samen met zijn ouders, oom Guus en tante Liesje, ja ook tante Liesje, want ze was eerder beter dan verwacht, teruggevlogen met de Ganzen Express naar het Grote bos in de Ardennen. Niemand vond het eigenlijk echt erg, want Lambiek was niet zo aardig. Niemand vondhet eigenlijk echt erg, want Lambiek was niet zo aardig.
Tante Clara Koe is erg ziek en haar neef Jan Jaap Kalff werkt nu zo lang in haar winkeltje. Het is maar goed dat tante Clara Koe het niet weet, kom eens wat dichterbij allemaal dan fluister ik het jullie in het oor: die Jan Jaap heeft alle prijzen verhoogd en je krijgt geen roombabbelaar meer gratis. Zo nu fluister ik niet meer. Oom Johan heeft er al iets van gezegd en weet je wat dat Kalff zei:
“bemoei je met je eigen zaken en nu gauw wegwezen.”
Oom Johan was erg geschrokken en heeft toen in “De Holle Boom”, het buurtboshuis van het Grote Hazelbos een bijeenkomst gehouden waar iedereen welkom was. Papa en mama zijn er ook geweest en papa heeft er schande van gesproken. Ook dominee Kraai was daar en die zei:
“er wonen hier al zoveel dieren die met weinig dennenappels moeten rondkomen, dat zij de kerk om hulp vragen. De Alle Dieren Kerk heeft natuurlijk een reservepotje, maar daar zitten niet veel dennenappels meer in.”
“Ahum, ahum, als ik ook even iets mag zeggen”
Meester de Uil was naar de microfoon gelopen,
“ik ben bang dat wij niets anders kunnen doen dan onze dagelijkse boodschappen ergens anders gaan halen.”
Oom Johan liep toen naar de microfoon en zei:
“dat komt goed uit, want ik heb besloten om mijn winkel uit te breiden met dagelijkse levensmiddelen. Aan de familie Kip heb ik gevraagd wat meer eieren te leggen, en Coba Rund uit het Kleine Hazelbos komt iedere dag verse boter, kaas en melk leveren.”
Een geweldig applaus brak los. Wat was iedereen blij die dag.
Zo nu terug naar vandaag. Piepie Muis zit in groep vier en dat is best leuk. Bijna iedereen is overgegaan en er zijn ook een paar in groep vier blijven zitten. Zoals Gerda Goudvis, die zit al drie jaar in groep vier. Je hoort haar al van verre aankomen:
“spetter de spatter, ik word steeds natter; spetter de spatter, ik word steeds natter.”
Jullie zijn natuurlijk nieuwsgierig waarom ze dat steeds zingt, nou dat zal ik eens gauw vertellen. Klusjesman Felix Raaf haalt haar elke dag in zijn kruiwagen op en brengt haar naar school en na schooltijd brengt hij haar weer naar de vijver. Onderweg springt Gerda altijd omhoog en als ze weer in het water komt zingt ze altijd: “spetter de spatter, ik word steeds natter.”
Weten jullie wie ook over is gegaan naar groep vier? Dat raden jullie nooit!
Op de eerste schooldag staan wij netjes in de rij te wachten om als groep vier naar binnen te gaan en kijken rond of wij Jaap Boskat zien, hij is de zoon van huisarts Boskat en de meester van groep vier.
Als de groepen een, twee en drie naar binnen zijn gegaan, lopen wij ook naar binnen en gaan het lokaal van groep vier in. Wat is dat vreemd. Niemand die welkom in groep vier zei. We waren wat aan het praten en Gerda Goudvis zingt “spetter de spatter, ik word steeds natter” en op eens horen wij “Ahum, ahum.”
Meester de Uil is binnengekomen en gaat voor het bord staan.
“Ahum, ahum, zoals jullie zien is meester Boskat er niet en hij komt ook niet meer. Hij heeft in de vakantie een baan aangenomen in de school van het Amersfoortse Bos. Nu krijgen jullie dit jaar les van juffrouw Kitty Kikker.”
De klas begint te klappen van plezier en Gerda zingt “spetter de spatte...” “ja, Gerda nu weet ik het wel” zegt Cas de Muis.
“Groep drie gaat meester de Uil verder, krijgt nu les van juffrouw de Poes en groepen een en twee worden samengevoegd tot groep anderhalf en krijgen les van mevrouw Kraai, de vrouw van dominee Kraai.”
Juffrouw Kitty is inmiddels ook het lokaal binnen gekomen en zwaait naar iedereen.
“Zo, ik heb gezegd”
Meester de Uil loopt de klas uit.
Op weg naar huis raken Piepie en haar vriendinnen Eekie Eekhoorn en Zus Konijn niet uitgepraat over de eerste schooldag. Cas de Muis slentert achter hun aan en schopt af en toe tegen een beukennootje. Hij heeft duidelijk de pest in. Als Eekie en Zus thuis zijn, lopen Piepie en Cas samen verder het Grote Pad af.
“Heb jij je laatste dennenappeltje versnoept of heb je gewoon slechte zin?”
Piepie kijkt haar buurjongen aan en die zegt:
“die Gerda met haar spetter de spatter ik word er gestoord van en meester Boshuis was mijn vriend en nou laat hij mij in de steek.”
“Oude mopperpot, als je zo blijft doorgaan mag je niet meer naast mij wonen. Het is toch leuk dat juffrouw Kitty weer les geeft.”
“Dat is wel leuk, maar toch.”
Hij trapt zo hard tegen een beukennootje dat zijn schoentje in de struiken verdwijnt. Piepie hangt slap van de lach over een boomstronkje heen en dat maakt Cas nog bozer. “Kom liever mee helpen zoeken naar mijn schoentje in plaats van zo stom te staan lachen.” Samen hebben ze het schoentje zo gevonden en lopen zwijgend naar huis.
’s Avonds in bed vertelt mama haar een verhaaltje uit de kinderbijbel over Noach hoe hij alle dieren redde van de Zondvloed. Na het voorlezen stopt mama Piepie in en die vertelt over school en over spetter de spatter, maar ze vertelt niets over het verdwenen schoentje van Cas, nee, dat is hun geheimpje.