Vanmorgen zitten er vier aan de ontbijttafel bij de familie Muis.
Papa Muis, mama Muis, Piepie Muis en...Lambiekske Grijze Muis.
Zoals jullie nog wel weten is Lambiekske een neefje van Piepie en is gisteren door oom Guus, de vader van Lambiekske, met de Ganzenexpress helemaal uit de Ardennen naar het Grote Hazelbos gevlogen. Zijn moeder, tante Liesje, is een zuster van mama Muis en moet drie maanden naar een ziekenhuis.
Zo nu zijn we weer op de hoogte en gaan wij eens kijken hoe het verder gaat aan de ontbijttafel.
“Zo, Lambiekske, lekker geslapen?”
Mama kijkt haar neefje liefdevol aan. Ze heeft ook medelijden met hem, drie maanden in een vreemde omgeving en ook nog eens naar een vreemde school. O, school, natuurlijk moet zij Lambiekske de eerste keer naar school brengen en even met juffrouw Loes de Poes praten. Guus heeft allemaal werkstukjes en schriftjes van de school in de Ardennen meegegeven. Die zal ze dan aan juffrouw de Poes geven.
“Mama, slaap je?”
Piepie schudt aan de schouder van haar moeder en kijkt haar een klein beetje bang aan.
“Lambiekske heeft al drie keer verteld dat hij lekker geslapen heeft.”
“Tante Maria, oom Rinus en Piepie, willen jullie mij alstublieft Lambiek noemen. Ik zit al in groep 2 en in maart word ik al zeven jaar. Alleen papa en mama noemen mij Lambiekske.”
Mama Muis staat op en slaat een arm om haar neefje heen en zegt:
“Natuurlijk knul, voortaan zeggen wij allemaal Lambiek en ik zal ook tegen jouw nieuwe juffrouw zeggen dat jij Lambiek Grijze Muis heet.”
Papa en Piepie knikken allebei met volle mond en als papa zijn mond leeg heeft zegt hij:
“Welkom in huize Muis, Lambiek.”
Lachend eet iedereen verder.
Na het eten leest papa psalm 120 voor dat gaat over de reis door je leven. Elke dag van een mens leidt ergens heen, dus elke reis heeft een doel voor de mens om die reis te maken. Als iemand tijdens die reis God vraagt om hulp, zal hij of zij altijd geholpen worden.
Daarna vouwen ze de handen en danken God voor deze maaltijd en vragen ook of Hij op Lambiek wil passen, die zo ver van huis is. Op het eind zeggen papa, mama en Piepie: “bedankt voor deze spijzen, amen” Lambiek zegt nu ook: “Amen.”
Er wordt op de achterdeur geklopt en de buurjongen, Cas de Muis, komt binnen gewandeld. Hij is bruin geworden tijdens zijn vakantie in het Spaanse Bos.
“Goedemorgen allemaal, wat zie ik nu Piepie, ben ik even weg heb jij meteen een nieuw vriendje en die komt ook nog mee ontbijten? Mooi is dat.¨
Hij kijkt net alsof hij beledigd is, maar ondertussen glimmen zijn oogjes van pret.
“Natuurlijk heb ik geen nieuw vriendje en jij bent mijn buurjongen Cas, niet mijn vriendje. Ik zal je even voorstellen aan mijn neefje. Lambiek, dit is mijn buurjongen Cas de Muis en Cas dit is mijn neefje Lambiek Grijze Muis.”
De beide jongens geven elkaar een hand en Cas gaat op het bankje bij de houtkachel zitten.
“Jongen wat ben jij bruin geworden in de vakantie. Ik zou je haast niet herkennen.”
Papa Muis kijkt Cas lachend aan en deze begint te vertellen over de mooie vakantie. Mama zegt dat hij dat vanmiddag maar moet doen, wat zij gaat met Lambiek mee naar de Alle Dieren School ¨ “Jazeker, want het is zijn eerste keer op een vreemde school.”
“Mama, Lambiek kan toch met Cas en mij mee lopen?”
Piepie kijkt haar moeder vragend aan.
Maar moeder schudt haar hoofd en is al druk bezig om de ontbijtboel op te ruimen. Afwassen doet ze wel als ze straks weer thuis is.
Papa geeft zijn vrouw en Piepie een zoen en Lambiek krijgt een aai over zijn bol en dan loopt hij naar buiten waar Piepie zoals altijd zijn fiets al heeft klaargezet.
Even later lopen mama en de kinderen over het Grote Pad naar school toe. Ze komen niemand tegen en zijn daarom ook al vroeg op het schoolplein. Mama loopt met Lambiek de school in en Piepie en Cas rennen naar een groep klasgenootjes die om Wimpie Lachduif staan.
In de school komt meester de Uil hen tegemoet en loopt mee naar de klas waar groep 2 zit. Mama Muis praat hem alvast even bij en geeft hem alles over de oude school van Lambiek.
Juffrouw de Poes zit in de klas haar nagels te lakken.
“Ahum, ahum,” kucht meester de Uil, doen wij dat niet gewoon thuis juffrouw de Poes?”
Van schrik laat juffrouw de Poes de nagellak vallen en een rood streepje loopt richting het raam.
“Neem mij niet kwalijk meester de Uil, het zal niet meer gebeuren.”
De meester wuift even met zijn hand en zegt:
“U krijgt een nieuwe leerling in de klas,”
hij legt even zijn hand op de schouder van Lambiek,
“dit is Lambiek Grijze Muis en hij komt drie maanden naar onze school. Dit zijn de resultaten van zijn school in de Ardennen.”
Juffrouw de Poes is weer bijgekomen van de schrik en gaat op haar hurken zitten voor Lambiek en zegt:
“Zo jij bent Lambiek Grijze Muis.”
“Ja juffrouw,” zegt Lambiek gedwee en kijkt even rond in deze vreemde klas. Wat een hoop tafeltjes en stoeltjes. Bijna net zo veel als op de hele school thuis.
“Kom," zegt de juffrouw, "gaan we even naar het schoolplein, kun je meteen kennismaken met de andere kinderen van groep 2.”
Ze pakt de hand van Lambiek en loopt met hem naar buiten en op het schoolplein loopt ze naar een groep kinderen die daar touwtje springen en knikkeren. Wat veel kinderen lopen hier rond, denkt Lambiek.
“Kinderen, luister eens, dit is Lambiek Grijze Muis en hij komt voor drie maanden bij ons in de klas.”
De kinderen stoppen met hun spel en komen om Lambiek staan.
Even later gaat de bel en Lambiek wil zo naar binnen lopen. Vlug rent Piepie naar hem toe en zegt:
“Je moet bij jouw groep blijven en samen met de groep naar binnen gaan.”
Wat een gedoe, denkt Lambiek, als hij terug loopt naar groep 2.
Piepie ziet dat Lambiek met zijn groep naar binnen loopt en zucht van opluchting. Wat gaan we allemaal nog met Lambiek beleven.