Het is vandaag maandag en dan moeten de dieren uit het Hazelbos weer naar school. De kerstvakantie is helaas weer voorbij. Voor Cas, de buurjongen van Piepie, wordt het wel een heel spannende dag, want vandaag gaat hij voor het eerst naar school in een vreemd bos. Gelukkig komt hij bij Piepie Muis en Zus Konijn in de klas. Zijn vader en moeder brengen hem de eerste dag naar school en Piepie Muis loopt gezellig met hun mee. Och ja, ze moet toch die kant op.
Er ligt nog sneeuw en dan komt er weleens een sneeuwbal in je nek terecht. Ze horen lachen en Piepie zegt:
“Dat zal wel weer die Wimpie Lachduif zijn, die haalt altijd van die streken uit.”
Ze komen voor de rest geen sneeuwbal meer tegen. Wel lopen er meer dieren naar school. Op eens horen ze een hoop gekakel en dat blijkt de familie Kip te zijn. Die gaan altijd met de hele familie naar school en ze kakelen allemaal door elkaar.
“Zouden ze zich zelf wel kunnen verstaan?” vraagt de moeder van Cas aan Piepie en die zegt:
“Ze kakelen aan één stuk door, ook in de klas en juf Kitty Kikker zegt dan dat ze haar eigen gekwaak niet kan verstaan.”
Ze moeten allemaal erg lachen en zo komen ze met een lach aan bij de school. Cas wordt nu toch wel wat zenuwachtig en zijn moeder slaat een pootje om zijn schouders en drukt hem even tegen zich aan.
Op het schoolplein is het al erg druk. De zusjes Laura en Leonie Eend snateren zo hard dat zelfs het gekakel niet meer is te horen. Piepie loopt op de beide meisjes af en vraagt wat er aan de hand is.
“Ha die Piepie, we zijn in de kerstvakantie uit logeren geweest en hebben toch zo’n lol gehad bij oom Donald Kuifeend, een broer van onze moeder.
Die woont op een echt eiland in een grote vijver. We zijn zelfs een keer verdwaald...” en ze snateren maar door en door. Er komt gewoon geen eind aan, maar gelukkig luidt meester de Uil, het hoofd van de school, de bel.
Alle dieren zoeken de rij van hun klas op en eerst gaat groep 1 naar binnen en dan groep 2 en als laatste gaat groep 8 naar binnen. Meester de Uil kijkt goedkeurend toe.
Piepie zit in groep 3 en gaat in de hal naar de eerste linkergang naar het laatste klaslokaal. In het lokaal zit Cas samen met zijn vader en moeder bij juf Kitty en er rolt een klein traantje over de wang van de moeder van Cas. Dan komt het moment dat weer de bel gaat en alle vaders en moeders naar buiten moeten, want de lessen gaan beginnen.
Juf Kitty stelt Cas voor aan de andere leerlingen.
“Dit is Cas de Muis en die is vandaag voor het eerst op school. Hij komt helemaal uit Rusland, waar zijn vader werkte bij een groot bedrijf. Cas vertel jij zelf maar je verhaal.”
Cas die naast de juf moet staan, kijkt verlegen rond en zijn blik gaat hulpeloos naar Piepie toe en die knikt hem vriendelijk toe.
“Ik ben Cas de Muis, voluit heet ik Casimir maar mijn buurmeisje Piepie is mij Cas gaan noemen en nu noemen mijn ouders mij zelfs Cas, alleen als ze boos op mij zijn, noemen ze mij Casimir.”
Alle leerlingen en zelfs de juf moeten lachen. Cas krijgt nu een beetje meer moed en zegt:
“Mijn vader werkte bij een grote oliemaatschappij, maar mijn moeder komt hier uit de buurt en kon niet wennen in Rusland. Nu is mijn vader directeur van het Hazelbos Reinigingsbedrijf. Die houden de paden schoon, halen 1 keer per week het vuil bij de huizen en ze doen nog veel meer.”
Er komt geluid achter uit de klas. Het is meester de Uil die via de radio alle leerlingen toe spreekt.
“Ahum, ahum, dag beste leerlingen, het is gebruikelijk om de eerste dag van de week met een gebed te beginnen en dat gebeurt ook deze week. Willen alle leerlingen gaan staan, de handen vouwen en de ogen dicht doen.”
Alle dieren in de klas gaan en zijn muisstil als meester de Uil verder gaat.
“Schepper van alle Schepselen, wij willen U danken dat wij weer allen veilig op school zijn. Geeft U ons, de leerkrachten en de leerlingen ons weer de kracht om deze week weer in Uw Geest de lessen te volgen. Wij zijn U ook dankbaar dat er weer een nieuwe leerling op school is gekomen: Casimir de Muis.
Amen.
Ik wens iedereen een goede schoolweek toe en in het bijzonder Casimir de Muis die in groep 3 zit bij juffrouw Kitty Kikker. Ahum, ahum, ga zo door dan komt alles goed. Einde mededeling.”
De kinderen zijn weer gaan zitten. Cas zegt tegen zijn buurjongen Flip de Haas:
“Is meester de Uil boos op mij, want hij noemt mij Casimir?”
Flip steekt zijn vinger op en de juf knikt hem toe:
“Juf, Cas vraagt of meester de Uil boos op hem is omdat hij hem Casimir noemt.”
Ze loopt lachend naar Cas toe en aait hem over zijn bolletje:
“Nee malle jongen, meester de Uil noemt jou zo omdat jouw volledige naam Casimir is. De meester is echt niet boos op jou.”
Als ze weer naar voren loopt blijft ze staan bij een leeg stoeltje en zegt een beetje boos:
“Mientje Mol, dit is de laatste keer dat ik je zeg dat je op je stoeltje moet gaan zitten en niet onder je tafeltje.”
Mientje komt met een rood hoofd van schaamte onder het tafeltje uit en gaat op het stoeltje zitten.
De rest van de les verloopt die morgen goed. Ze moeten rekenen en het blijkt dat Cas daar een kei in is. De juf knikt een paar keer goedkeurend naar hem. Ook leest ze nog een verhaal voor over het hertje Bambi.
Dan klinkt weer de stem van meester de Uil door de radio:
“Ahum, ahum, omdat er nog steeds sneeuw ligt en er ook nog geschaatst kan worden, is er vanmiddag geen school. Einde mededeling.”
Er klinkt een oorverdovend gejuich op in de klas. Er rennen al een paar naar de deur, maar de juf roept ze terug.
“Zo gaan we niet de school uit en ik wil jullie nog zeggen dat jullie heel voorzichtig moeten zijn op de vijver en ook met de slee op de Berkenberg. Het schoolbestuur heeft voor iedere leerling een bon afgegeven voor een gratis beker warme eikeltjesmelk.”
Rietje Ree mag de bonnen uitdelen. Daarna gaan de leerlingen rustig de klas uit en lopen ook rustig naar de voordeur, maar eenmaal buiten rennen ze in het rond met de pootjes in de lucht en zien er heel blij uit.
Piepie, Cas, Zus Konijn en Flip de Haas lopen vlug naar huis.
“Geweldig dat wij vrij krijgen en ook nog een bon voor een beker warme eikeltjesmelk. Dat heb ik in Rusland nog nooit meegemaakt.”
“Ja, het is best een goede school.” zegt Flip wijs.
Zus en Flip zijn al bijna thuis.
“Waar zien we elkaar vanmiddag?” vraagt Piepie aan haar vriendjes.
“Zullen we eerst gaan schaatsen en daarna nog sleeën” stelt Cas voor.
Dat vinden ze een goed plan en spreken om twee uur af bij de vijver.
Het werd een heel gezellige middag met veel plezier op de vijver en de Berkenberg. Oom Johan deed goede zaken met de bonnen die het schoolbestuur heeft uitgedeeld aan de leerlingen van de school. Gelukkig had meester de Uil hem gewaarschuwd en heeft hij wat meer warme eikeltjesmelk gemaakt. Oom Johan staat bij de vijver en hij heeft Clara Koe gevraagd of zij op de Berkenberg zijn kraampje wilde openhouden.
Ja, zelfs oom Johan kan zich niet in tweeën delen.
“s Avonds in bed zegt Piepie tegen haar moeder dat ze nog nooit zo’n gezellige schooldag heeft mee gemaakt. Moeder aait haar over het bolletje en geeft haar twee zoentjes, op elk wangetje 1.
Cas zegt hetzelfde tegen zijn moeder en ook zij aait hem over zijn bolletje en geeft hem twee zoentjes.