Ik verveel me, zegt Jantina tegen Vincent. Vincent is haar grote broer en vaak heeft hij hele leuke ideeën. Vincent kijkt haar vragend aan, maar wat wil je doen? Ik weet het niet, klaagt Jantina, daarom hoop ik dat jij iets weet. Kun je niet een verhaal bedenken om na te spelen. Vincent denkt diep na, maar ineens komt Stef aanlopen, hij is het jongste broertje en roept, ik weet iets, ik weet iets, we spelen de barmhartige Samaritaan. Stef fronst zijn wenkbrauwen, wat is dat nou voor verhaal? Is het saai? Nee het gaat over iemand die overvallen wordt door rovers en dan komt er een Samaritaan die hem helpt. Oh ja roept Jantina, er is ook een ezel in het verhaal, dan ben jij de ezel Stef en ze begint schaterend te lachen. Stef kijkt boos, ezel, ezel, je weet best dat ik geen ezel wil spelen, nooit, nooit. Geeft niks, roept Vincent, we hebben de hond, Joris is groot genoeg die kan voor ezel spelen. Joris hoort zijn naam en begint al vrolijk te blaffen. Maar hoeveel personen hebben we nodig bij dit verhaal?, vraagt Jantina. Ik denk wel 8 moppert Stef, we hebben rovers nodig, een priester, een leviet, een Samaritaan, een man die overvallen wordt, en een ehhhh ezel, misschien nog een herbergier. Dan gaat het niet, zegt Vincent, laten we het maar niet doen. Maar we kunnen toch een dubbelrol spelen?, zegt Jantina, als we allemaal een extra rol hebben dan kan het misschien. Ja dat is waar, maar wie speelt wat?
Stef denkt al diep na. Hij wil graag een rover zijn en misschien de Samaritaan, maar terwijl hij dat bedenkt begint Vincent al de rollen te verdelen. Stef jij bent de arme man ga maar liggen, jij bent te klein voor een dubbelrol en jij Jantina, jij bent de barmhartige Samaritaan en ook Herbergier. Ik speel een rover en ik speel een priester en misschien doe ik ook de Leviet, of we laten de Leviet weg. Jantina vindt het een goed plan, maar Stef jammert al. Ik wil ook een dubbelrol, als ik de arme man ben mag ik alleen maar op de grond liggen en verder helemaal niks. Dat is niet waar, zegt Vincent, jij mag op de ezel zitten, want jij bent klein dus jij hebt de leukste rol. Maar dan moet ik naakt, zegt Stef, want alles wordt gestolen. Nee zegt Jantina, dat gaan we niet doen bah, je gaat maar in je onderbroek. Kom laten we nu maar gaan spelen. Toe arme man, ga naar de gang en loop de kamer in en blijf rondjes lopen. Schiet op Vincent, haal een panty uit mama's la, doe die over je hoofd, dan ben je een echte rover. Stef schudt met zijn hoofd heen en weer, hij is het er helemaal niet mee eens, maar hij weet dat de anderen te zwaar zijn voor de hond. Stef loopt braaf naar de gang en komt al snel de kamer binnenlopen, gelijk klinkt er geschreeuw en staat Vincent in de woonkamer met een panty over zijn hoofd en een paraplu in zijn hand, hij slaat er gelijk op los. Au au, roept Stef, au au, dat is gemeen, je doet me pijn, nu heb ik straks allemaal blauwe plekken. Dat moet ook, zegt Vincent, ik ben een overvaller en rover, geef je kleren en ga op de grond liggen dan stop ik en ga er vandoor. Maar Stef is boos, dit is mishandeling, roept hij kwaad. Je bent gemeen, lelijke boef. Vincent schiet in de lach, hij stopt snel met slaan, misschien was hij iets te hardhandig. Ga nu maar liggen Stef, jij bent de arme man, je bent zielig en moet huilend op de grond vallen en om hulp smeken.
Even later ligt Stef op de grond, hij heeft echt pijn en jammert zo hard hij kan. Hij roept: au, ik wil stoppen. Daar komt Vincent aanlopen met een hoed van papa op zijn hoofd. Ho, ho, zegt Vincent, niet zeuren, ik ben de priester, maar ik luister niet naar jou, ik doe net of ik niks hoor. Stef gaat nog harder huilen, ik wil stoppen; roept hij. Vincent doet zijn handen voor zijn oren en zegt: Ik hoor niks, ik hoor niks, je kunt roepen wat je wilt, maar ik hoor niks. Hij loopt rondjes om de arme Stef en gaat vervolgens de kamer uit. Jantina weet dat zij nu aan de beurt is en gaat snel naar Stef. Ze heeft een tas meegenomen met daarin allemaal spulletjes. Ze heeft zakdoekjes om de tranen van Stef te drogen, ze heeft drinken voor de dorst, ze heeft een snoepje mee zodat hij even rustig wordt en ze heeft pleisters om op zijn zere plekken te plakken. Ik zorg wel voor je hoor, zegt ze tegen Stef en ze aait over zijn hoofd. Wees maar rustig arme man. Ze pakt een rol wc papier uit haar tas en wil dit om zijn hoofd wikkelen. Wat doe je nou, Stef kijkt verontwaardigd, ik wil geen wc papier om mijn haren. Waarom niet?, vraagt Jantina, dat is juist leuk, dan heb je verband om je hoofd. Nou vooruit dan maar. Even later is Stef helemaal in het papier gewikkeld, niet alleen zijn hoofd, maar ook zijn armen en benen. Ik lijk wel een mummie, zegt hij lachend. Zie je wel, het gaat al veel beter met je, zegt Jantina, ik zorg goed voor je en ze kijkt zoekend om zich heen. Wat zoek je, vraagt Vincent. Ik zoek mijn ezel, mompelt Jantina, waar is Joris? Vincent loopt door de kamer en zoekt naar de hond en ja hoor, verstopt in een hoekje achter de bank zit de hond. Als Vincent en Jantina er naartoe lopen kijkt Joris hen met grote vragende ogen aan. Joris snapt niks van dit spel. Jantina pakt hem bij zijn halsband en neemt hem mee naar Stef. Houd jij Joris vast, zegt ze tegen Vincent. Terwijl Vincent Joris pakt, trekt Jantina Stef aan zijn arm omhoog. Kom, zegt Jantina, kom klim op mijn ezel dan breng ik je naar de herberg. Stef krabbelt met moeite overeind, het valt niet mee met al dat verband, maar gelukkig lukt het. Maar net als hij op Joris wil klimmen gaat de buitendeur open, papa komt thuis van zijn werk. Joris hoort de deur en gaat er als een haas vandoor om papa te begroeten. Stef valt achterover op de grond. Au au, roept Stef, maar Jantina en Vincent moeten lachen. Ik speel wel ezel, zegt Vincent, klim maar op mijn rug, dan breng ik jou samen met Jantina naar de herberg. Ik ga helemaal nergens meer heen, moppert Stef, wat moet ik nog doen in die herberg? Je moet daar lekker liggen om beter te worden, zegt Jantina en dan word je verwend, net als dat je ziek bent. De barmhartige Samaritaan gaf geld aan de Herbergier om goed voor de arme man te zorgen, dus dat ga ik ook doen. Ja zegt Vincent en dan kun je net zolang blijven tot je helemaal hersteld bent. Stef wil er niks meer over horen, ik ben er klaar mee, zegt hij, ik ben geslagen met een paraplu en gelukkig getroost met een heerlijk snoepje, maar ik wil nu gewoon weer Stef zijn.
Papa komt de kamer binnen en zegt tegen Stef: Waarom verspil jij ons wc-papier? Stef kijkt geschrokken, dat is omdat ik mishandeld ben. Vincent roept gelijk: Papa ik heb hem overvallen, ik was een rover. En ik heb hem verzorgd en verband omgedaan, zegt Jantina, ik was de barmhartige Samaritaan. Ja, zegt Stef en ik was die arme man, ik werd beroofd en geslagen. Oh, nu snap ik het, zegt papa, dat is een verhaal uit de bijbel en weten jullie ook wat met dat verhaal wordt bedoeld? Ze kijken alle drie vragend naar papa, ja ze weten het wel, maar niet zo heel goed. Papa zegt: De Here God wil graag dat wij voor anderen zorgen. Dat wij mensen niet voorbij lopen, zoals de Liviet en de Priester deden, dat wij ons niet beter voelen dan een ander, Hij wil graag dat wij net als die barmhartige Samaritaan naar anderen gaan en hen laten zien wat liefde is. God wil graag dat wij erheen gaan ook als wij iemand misschien niet zo leuk vinden, of als wij bang zijn dat anderen het niet goed vinden. Wij moeten altijd laten zien wie er in ons hart leeft en dat is de Vader in de hemel. Wij mogen Zijn liefde laten zien door voor onze naasten te zorgen, door ze te helpen. Onze naasten dat zijn alle mensen, het maakt niet uit hoe ze zijn of uit welk land ze komen, want Gods liefde is voor iedereen. Stef zucht ervan, dat is bijzonder, heel bijzonder. Vincent zegt: Ik weet niet of ik dat kan, maar Jantina weet het zeker: Natuurlijk kun je dat, gewoon je best doen. Ja zo is het, gewoon je best doen!