In een klein dorpje vlakbij Jeruzalem woont Evert, Evert is een nog jonge ezel waar nog nooit iemand op heeft gereden. En toch heeft Evert iets heel bijzonders meegemaakt. En dat wil hij jullie heel graag vertellen.
Evert stond vastgebonden bij de deur van het huisje waar hij woonde. Hij was net terug van de markt, toen er twee mannen naar hem toe gelopen kwamen. Het waren vrienden van Jezus. Jezus van Nazareth, wie kent die nu niet? Er was niemand die Jezus niet kende. Overal waar Jezus kwam, deed hij wonderen. Als je ziek was, blind, doof of je kon niet lopen dan ging je naar Jezus en dan maakte Hij je weer beter. Evert heeft ook gehoord dat Jezus met zijn vrienden onderweg is naar Jeruzalem om daar het Paasfeest te vieren.
De twee mannen pakken het touw waarmee Evert vastzit en nemen hem mee. Ze zeggen tegen de man die Evert elke dag verzorgt: Jezus heeft hem nodig. En zo gaan de mannen met Evert op pad.
Ik ben best benieuwd wat Jezus met de ezel gaat doen zegt een van de mannen. Ja zegt de ander, waar zal Hij de ezel voor willen gebruiken? Gaat Hij er misschien op rijden? Net zoals koning David deed? Zal Jezus dan eindelijk Koning van Israël worden en de Romeinse soldaten verdrijven? Dat zou pas mooi zijn! De twee mannen gaan nog een stapje harder lopen om zo snel met Evert bij Jezus te zijn.
Evert heeft zo ook zijn eigen gedachten. Evert heeft wel van Jezus gehoord, maar heeft Jezus nog nooit ontmoet. Hij weet helemaal niet hoe Jezus er uitziet, en toch heeft Jezus juist hem nodig. Eigenlijk is dat best wel een beetje spannend. Wat zou Jezus eigenlijk van hem willen?
Eindelijk komen de leerlingen met Evert bij Jezus aan. En eindelijk wordt duidelijk waarom Jezus Evert heeft laten komen. Jezus wil heel graag op de rug van Evert Jeruzalem binnen rijden. Alleen er is eigenlijk een beetje een probleem, want Evert heeft nog nooit iemand op zijn rug gehad en dus ook geen zadel waar Jezus op kan zitten. Maar een van de leerlingen heeft een idee, hij legt zijn jas over Evert heen en daar gaat Jezus op zitten. En zo rijd Jezus op Evert naar Jeruzalem.
De leerlingen van Jezus lopen blij achter Evert en Jezus. En kijk eens hoe trots Evert is? Want ja zeg nu zelf welke ezel kan er nu nog meer zeggen dat hij Jezus op zijn rug naar Jeruzalem heeft gebracht? Geen enkele ezel toch?
Er komen steeds meer mensen die meelopen met Evert en Jezus. En al die mensen trekken hun jas uit, leggen die voor Evert op de grond. Zo ontstaat er een pad waarover Evert kan lopen.
En steeds meer mensen sluiten zich bij de optocht aan, en de mensen roepen Kom, Jezus is hier! En het wordt eigenlijk een groot feest. En eigenlijk houdt Evert ook wel van een feestje. De mensen roepen nog meer Hossanna! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer! De mensen plukken bladeren van de boom en daar zwaaien ze mee door de lucht. Wat zijn de mensen blij. Ze maken er een groot feest van. En zo trekken ze Jeruzalem in.
Als ze in de stad aangekomen zijn, stapt Jezus van de ezel af. De mensen wachten af. Want ze denken, nu gaat het komen. Jezus gaat zeggen dat Hij koning wordt. En dan gaat Hij de soldaten wegjagen. Want dat willen de mensen graag. Maar Jezus zegt en doet helemaal niets. Hij loopt naar de tempel. De mensen snappen er helemaal niets van. Maar dan halen de mensen hun schouders op, wat maakt het eigenlijk ook uit? Het was voor heel even een leuk feestje, maar meer ook niet.
De leerlingen van Jezus begrijpen er ook helemaal niets van. Maar zij moeten leren dat Jezus geen gewone koning is, geen vecht koning, maar een koning die vrede wil brengen. Een koning die juist graag mensen wil helpen. Hij wil juist helpen om de mensen terug te brengen bij God zijn Vader. Jezus is een Koning die graag weer het licht wil brengen in de harten van de mensen ook in ons hart.
En Evert? Evert wordt weer terug gebracht naar waar hij vandaan kwam, maar heeft wel de dag van zijn leven gehad. Want Evert kan aan iedereen vertellen dat hij Jezus op zijn rug naar Jeruzalem heeft gebracht!
1. Waar ging het verhaal over?
2. Waarom was Jezus onderweg naar Jeruzalem?
3. Wat dachten de leerlingen en de mensen wat Jezus was? En wie zou Jezus dan misschien verdrijven?
4. Wat legde de mensen op de grond? En waarmee zwaaide de mensen? En wat riepen de mensen?
5. Wat gebeurde er toen Jezus in Jeruzalem kwam? Zei Hij dat Hij de Koning was zoals de mensen wilden en verwachten?
6. De leerlingen van Jezus begrijpen er niets van, maar wat moeten zij van Jezus leren?