Het was laat op de avond..De zon was allang onder gegaan.
Langs een stil, donker pad, in de richting van Bethlehem liep een oude man. “t Was meer sloffen wat hij deed, al steunend op z’n oude herdersstaf. Hij mompelde soms wat in zichzelf en wisselde dit af door het zingen van een lied: “In stille armoe, werd Hij geboren”….
Ja, dacht hij. In stille armoede werd Hij geboren. Daar kon hij immers over mee praten. Als de dag van gisteren herinnerde hij zich alles nog, dat mooie, dat fijne, terwijl niemand er meer op rekende.
Het was toen nacht, het was donker in de wereld.
Er was geen hoop geen toekomst en geen licht.
Juist toen ontfermde God Zich over mensen.
Op tijd zond Hij naar de aard’ een blij bericht.
Want zie er is een kind op aard geboren.
Zei d’ engel tot de herders in het veld.
Zij gingen snel naar Hem om daar te knielen
En hebben het aan and’ ren door verteld.
Even komt er een glimlach over de lippen van de oude herder. Hij ziet het nog liggen in de kribbe, dat kindje Jezus. Arm was Hij, hoewel:
Ja ook de wijzen zochten naar de koning.
Zij zochten in hun leven ook de Heer.
Een held ’re ster leidde hen door donk ’re nachten.
Zij vonden ’t kind en knielden voor Hem neer.
Zij hadden tenminste geschenken meegenomen en hij had met de andere herders geknield in oude kleren…. Een moeilijke tijd, toen al…..
“t was geen doen meer om schaapherder te zijn. Gevaarlijk ook.
Iedere keer werden ze weer lastig gevallen door de Romeinse soldaten. Bijna iedereen moest vluchten. En de andere herders had hij nooit meer terug gezien.
Jezus wel! Maar wat was er niet van Hem geworden? ’t Had alles alleen maar verergerd, want, o wee…als je je bij Jezus aansloot…. O, zelf had hij wel tussen de menigte gestaan en met die wonderbare spijziging had hij ook meegegeten van het brood.
Dat was maar één van de vele wonderen die Jezus gedaan had.
Soms vonden de mensen Hem wel een beetje vreemd, omdat Hij met tollenaars sprak. Hij had zelfs vissers weggeroepen bij hun netten om Hem te volgen.
Ja, mompelde hij. Ik volgde Hem ook, maar dan op afstand. ’t Was toch ook zijn Jezus!
Stond er niet in de boekrol van Jesaja geschreven ( 9:5):
Want een Kind is ONS geboren, een Zoon is ONS gegeven”…
Zei de engel niet in die nacht:”U is HEDEN geboren een Kind…..
En nu…..verleden tijd is het……
Kijk, daar is de stal.
Nog één keer wilde hij terug naar die stal. Hoelang geleden was het, dat hij daar naar binnen ging? 32, 33, of misschien wel 34 jaar geleden. Hij opende de deur en liep naar binnen. Alles was zo gammel. ’t Was er ook zo koud.
De oude herder bibberde en zocht iets om de stal te verwarmen en te verlichten.
Ach, kijk… de kribbe…hij staat er nog. Hij voelde tranen naar boven komen. Dan weer balde hij z’n vuisten.
Die soldaten, ze hebben hem gekruisigd. Alles was nu afgelopen.
Nee… nu niet meer aan denken.
Maar telkens gingen zijn gedachten in de richting van… Jezus’ dood…
Hij was nog stilletjes naar het graf gelopen, heel voorzichtig, niemand mocht hem daar zien, want o….al die soldaten…
Ineens zag en hoorde hij een vrouw tegen de tuinman schreeuwen en huilen tegelijk: ”Ze hebben mijn Jezus weggenomen…”
Verdrietig was de herder toen weggegaan.
Jezus, Hij was dood en hij miste Hem zo… Hij had Jezus nodig.
En nu zat hij hier, de kribbe was leeg, het graf was leeg en zijn hart was leeg…
Eenzaam en alleen voelde hij zich.
Zijn lichaam was erg verzwakt. Hij wist dat zijn leven spoedig voorbij zou zijn.
Nog één keer zou hij Jezus graag willen zien.
Hij knielde neer. De tranen liepen over zijn wangen en druppelden in de kribbe, waar vies stinkend stro in lag.
Hij riep tot God: ” Here God, het leven was zo mooi met het kind Jezus, Uw Zoon…. Ik wil zo graag….. Ineens was hij niet meer alleen in de stal. Droomde hij nu?
Of, nee… wacht eens, hoorde hij daar niet een bekende stem? Was dat niet de stem van Jezus? Oh, kijk, daar staat Hij en Hij spreekt tegen hemr:” Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, naar Mijn God en uw God, spoedig zul je bij Mij zijn.”
De herder was eerst sprakeloos .
Toen riep hij: ”Jezus, mijn Jezus. Geef mij nog eenmaal kracht, een krachtige stem, zodat ik van U en over U mag zingen, want nu heb ik alles begrepen.
O, dat ze het in Bethlehem en in Jeruzalem mogen horen, dat U leeft.
Heel de wereld moet het weten, dat Uw naam vreugde geeft en kracht.
En hij zong….
Ze hebben het gehoord, de soldaten…In de verte hoorde hij de paarden en het gekletter van zwaarden van de soldaten…. Op weg naar de stal van Bethlehem,
Maar de oude herder was niet meer, hij was heengegaan tot zijn Vader, zijn God, het: ”Eeuwige Licht”.
Zo zou de geschiedenis van één van de herders geweest kunnen zijn.
Knielend bij de kribbe, Jezus volgend….Teleurstellingen, een leeg graf en een leeg hart.
Dan is Jezus er opnieuw met Zijn Licht. Hij geeft warmte en rust.
Kerstfeest betekent: ”Gaan tot het LICHT’