Terwijl de sterren aan de hemel staan te stralen worden zij verrast door een hele harde plof. Ze kijken naar beneden daar zien ze in de verte, mega-ster al liggen, hij heeft enorm geboft, want hij heeft niks gebroken, hij heeft nog al zijn punten, ze steken nog steeds uit, ze zitten er nog aan, maar hij ligt daar verdrietig, zijn lichtje is gaan doven, hij geeft nu haast geen licht meer, kan niet op zijn puntjes staan.
Mega-ster, roepen de anderen geschrokken. Mega-ster wat is er toch gebeurd, Mega-ster kan haast niet meer praten, hij is zo verdrietig, de ster verliest zijn kleur. Hij is nu niet zo geel meer, niet helder en niet stralend, hij is zijn vreugde kwijt en zijn licht is bijna uit, hij begint nu luid te huilen, hij weet niet wat hij doen moet, Hij roept omhoog naar boven, maar er komt haast geen geluid.

Mega-ster, Mega-ster, ze roepen met z’n allen. Mega-ster, was jij dat, viel jij daar uit de lucht? Ben jij op straat gevallen, heel ver naar beneden, ben jij dat Mega-ster, geef antwoord, doe het vlug. Ik ben het, zegt Mega-ster verdrietig, zijn stemmetje klinkt krakend, van onmacht en verdriet. Ik ben het lieve sterren, zegt Mega-ster iets harder, maar mijn licht begint te doven, er is straks niemand die mij ziet.
Hoe is dat toch gekomen, vragen alle sterren, wat heb jij dan gedaan, waarom viel jij van zo hoog. Waarom viel jij naar beneden tot in het diepste duister, hoe is het toch gekomen, terwijl jij voor Jezus boog? Megaster kijkt treurig hij luistert naar de vragen, de vragen van zijn vrienden, die nog schijnen met hun licht, hij durft haast niet zeggen dat hij minder is gaan schijnen omdat hij afgedwaald is, hij verstopt nu zijn gezicht. Maar de sterren blijven vragen, ze nemen geen genoegen, met het antwoord van hun vriendje dus zeuren zij maar door: Megaster geef antwoord hoe is het toch gekomen? We willen je graag helpen, daar heb je vrienden voor! 

Megaster doet angstig zijn puntjes naar beneden, met betraande ogen kijkt hij naar omhoog, ja het is ook zo dat ik voor Jezus heb gebogen, maar ineens had ik geen zin meer en verloor Hem uit het oog. Ik wilde wel eens zien wat er met mij zou gebeuren als ik Hem opzij schoof, dus ik ging mijn eigen weg, ik deed veel leuke dingen, ik heb ook best genoten, maar was Jezus echt vergeten en nu… nu heb ik pech. 
De sterren doen verschrikt hun punten iets naar boven, ze zijn enorm geschrokken van hun vriendje in dat dal. Het is daar ook zo donker en je ziet zijn licht verdwijnen, want zijn ster is erg verzwakt, door die vlugge diepe val. Hij viel vlug naar beneden, nog voor hij uit kon roepen, hij suisde snel omlaag er was geen weg terug, nu weten ze waarom en ze willen hem graag helpen, ze piekeren, ze denken en ineens klinkt er een zucht. Ik weet wel wat je doen kunt, roept Mini-sterluidruchtig, dat is toch niet zo moeilijk, jouw lichtje moet weer aan, het moet gewoon weer stralen, dan verdwijnt heel snel het duister, dan zul jij zeker stijgen en zien wij jou weer staan. Dan sta je stralend aan de hemel met je mooie puntjes, lichtend in het duister, ik ben echt overtuigd… dat jij hier weer kunt komen als jij om hulp zult roepen, dan zul je echt gaan merken dat iedereen hier juicht. Maar ik weet niet hoe dat moet, roept Mega-ster verdrietig, hoe zet ik het weer aan, hoe word ik weer verlicht, hij veegt nu met zijn puntjes treurig door zijn oogjes, veegt de tranen weg, het is een gek gezicht.

Maar Maxi-ster heeft antwoord, hij roept nu uit de hemel tot onder in de diepte, hij schreeuwt zo hard hij kan, Mega-stersta op en buig snel voor het kindje, het kindje dat geboren is, luister naar mijn plan. Buig gewoon een keer, vertel Hem van je zorgen, vertel wat je gedaan hebt, vertel van je verdriet, vraag Hem om vergeving, Hij zal jou zeker horen en zal jou echt vergeven al geloof jij het nog niet. Maar ik kan niet naar het kindje, ik sta niet aan de hemel, ik ben ook erg verzwakt, hoe kom ik daar naartoe, ik denk dat ik ga slapen, ik kan nu toch niet reizen, ik lig hier in de diepte en ben ontzettend moe. Dat kindje uit die kribbe, die zal ik toch niet vinden, dat was zolang geleden, toen straalde ik als ster, maar dat kindje is verdwenen het is vast groot geworden, waar moet ik Hem zoeken, vertel me.. is het ver?
Dat kindje uit die kribbe woont nu in de hemel, boven bij Zijn Vader en Hij is overal, dat heeft Hij steeds gezegd, ik kon het heel goed horen, ik heb het zelfs gevraagd en Hij heeft mij uitgelegd: Iedereen mag roepen en Hij zal zeker helpen, iedereen mag komen en Jezus zal er zijn, iedereen dus jij ook, ik zou het maar geloven, Hij wil een ieder redden, vind je dat niet mega fijn? En wij zullen je wel helpen, roepen alle sterren, we schreeuwen gewoon samen, zo steunen wij elkaar, Mega-ster glimlacht eens, hij zwaait nu met zijn punten en zegt ontzettend dankbaar: Ja dat is een goed idee, helpen jullie maar.
Ze roepen luid naar boven, tot in de hoogste hemel, Jezus bent U daar, U mooie Morgenster, wilt U snel komen helpen en op ons vriendje schijnen, wilt U hem echt vergeven en redden uit gevaar? 

Ineens begint de ster weer schitterend te stralen en hij wordt opgetild tot boven in de lucht, daar staat hij aan de hemel gedragen door twee handen, ze houden hem goed vast en Mega-ster hij kucht. Hij is enorm verlegen, hij schaamt zich voor zijn daden, hij is zo dom geweest en zomaar afgedwaald, gelukkig hebben vrienden hem weer de weg gewezen naar die Morgenster, die hem heeft opgehaald.