Ergens in een ver land woonde eens een koopman Sjaak genaamd. Sjaak hield van mooie spulletjes, en van schat graven. Hij ging dan in de grond graven en dan ging hij op zoek naar een schatkist. En het was hem gelukt. Ja hij was per ongeluk bij buurman Sjonnie aan het graven was geweest. Hij moest wel goed uitkijken dat buurman Sjonnie niet zag dat hij aan het graven was, want dan stuurde buurman Sjonnie de honden op hem af. En Sjaak was bang voor honden. Nee, als hij per ongeluk ging graven bij de buurman dan deed hij heel voorzichtig zodat buurman Sjonnie hem niet zag. En ja toen had hij het ontdekt, hij vond een grote schatkist en zijn ogen begonnen helemaal te glimmen. Maar er was een probleem, die schatkist was helemaal niet van hem. Want hij was eigenlijk van buurman Sjonnie. Weet je wat dacht Sjaak ik gooi het gat snel weer dicht zodat buurman Sjonnie hem niet kan vinden. En dan teken ik een schatkaart, zodat ik mijn schat altijd terug kan vinden. En dan kan ik thuis op mijn gemak eens nadenken hoe ik dit moet doen. Want ja, Sjaak wou erg graag die schatkist hebben. Misschien kon hij ’s nachts terug gaan en dan snel de schat opgraven en dan naar zijn huis brengen. Maar toen Sjaak daar wat langer over nadacht vond hij het toch niet zo’n goed idee. Nee want stel je voor dat buurman Sjonnie hem zag, dan was hij de pineut. Want dan zou buurman Sjonnie zeggen dat de schat van hem was, en hem willen hebben. Nee hij moest wat anders verzinnen. Opeens weet Sjaak het. Hij gaat gewoon wat van zijn mooie spulletjes verkopen op de markt, en als hij dat geld wat hij daar verdient bij elkaar legt. Dan koopt hij gewoon dat stukje grond en dan was de schat van hem. Ja dat ging hij doen. Hij zocht wat van zijn mooie spulletjes bij elkaar en ging de volgende dag naar de markt om die te verkopen. Het deed eigenlijke wel pijn, om die mooie spulletjes te verkopen maar Sjaak wist dat hij er straks iets mooiers voor terug kreeg. Want in een schatkist zaten vaak heel mooie dingen, dus in deze ook. En zo had Sjaak heel veel geld bij elkaar. Genoeg om het stukje grond van buurman Sjonnie te kopen. Buurman Sjonnie vond het helemaal niet erg, want Sjaak bood lekker veel geld. Sjaak ging snel naar huis om zijn schatkaart te halen. Hij pakte zijn schep en ging op weg. Met behulp van de schatkaart die Sjaak nauwkeurig had getekend had hij de plek zo gevonden. Nu alleen nog maar graven en dan was hij rijk! En ja hoor daar stootte Sjaak met zijn schep op iets hards, gelukkig denkt Sjaak. Hij ligt er nog! Vlug tilt Sjaak de schatkist op. Wat zou er in zitten? De kist is heel erg licht, even is Sjaak bang dat er helemaal niets in zit. Maar als hij de kist heen en weer beweegt hoort hij wat rammelen. Gelukkig maar! Snel loopt hij naar zijn huis om de schatkist open te maken. Als hij open is, worden Sjaaks ogen groot van verbazing. Wat hij daar op de bodem ziet liggen, zoiets heeft hij nog nooit gezien. Op de bodem van de kist ligt eigenlijk maar een ding, het is een parel. Parels waren heel zeldzaam en heel veel waard. Sjaak had dus al zijn mooie spulletjes verkocht, wat hij heel moeilijk vond. Maar nu heeft hij er iets veel beter en mooiers voor terug gekregen. Misschien heb jij thuis ook wel spulletjes die jij heel belangrijk vindt. En eigenlijk ook niet kwijt wil. Maar als je Jezus vindt, dan heb je echt iets van grote waarde, dan doen alle andere spulletjes die je hebt en waar je zoveel waarde aan hecht er niet meer toe. Dan pas ben je echt gelukkig!