Langzaam werden de dieren wakker. Tijd om gemolken te worden zei Bertha tegen haar kleine broertje Berend Botje. Ik nog niet hoor, zei Berend Botje, daar ben ik nog te klein voor, ik slaap nog lekker even door. Ach ja zei Bertha natuurlijk slaap jij maar even lekker uit, jouw tijd komt ook nog wel dat je vroeg op moet staan omdat je uiers op knappen staan. En zachtjes legde Berend Botje zijn kopje weer neer en sliep gelijk weer in. Gerommel in de stal, wat hoorde Bertha nu weer voor geluid? Dat geluid klonk haar vreemd in de koeienoren, het leek wel op het blèren van een jong geitje, maar dat was het toch ook weer niet. Wel op iemand die honger had, dat herkende Bertha wel in dat geluid. Ze hoorde een vrouw zachtjes spreken tegen de kleine baby die in de voederbak lag. Hij was pas geboren, notabene hier in die smerige stal. Ssssst, zei ze tegen de kleine baby, je maakt alle dieren wakker met je gehuil en snel legde ze hem aan haar moederborst om te drinken, en gelijk was het weer stil in de stal. Jozef was ondertussen op zoek gegaan naar wat eten en drinken voor Maria, want ze moest natuurlijk wat aansterken na de geboorte van het kindje Jezus, want zo heette zijn lieve kleine zoon. Wat een klein wonder was dat kind, zo mooi, zo lief en teder. Nog zo puur en heerlijk om naar te kijken, en zachtjes streelde Jozef hem over z’n wangen. Hij was inmiddels weer terug bij Maria in de stal en had wat brood meegenomen die de herbergier hem had gegeven en o hemeltje lief, vergeten om drinken mee te nemen. Daar dichtbij in de stal stond een koe naar hem te kijken. Met van die ogen van verlos me nu toch snel van al die melk, mijn uiers staan op springen. De bekers die Jozef altijd mee op reis nam liet hij vollopen met de melk van Bertha de koe. Dat was nog een heel gedoe voordat hij wat melk uit die koeienuiers had gekregen, maar het was gelukt. Verse melk voor Maria en ook voor hem natuurlijk. Stilletjes zat hij te kijken naar Maria met het pasgeboren kindje wat zo heerlijk lag te drinken en allerlei zachte geluidjes maakte met het drinken, ach wat was hij lief. Heel trots was hij op deze zoon. Zijn eerstgeboren kindje. Hoe gelukkig kun je zijn als je vader en moeder mag worden? En dit was ook nog een bijzonder kind had de engel vertelt. Dat zou later nog wel blijken. Boer Kees van Koe Bertha en Berend Botje kwam ook de stal binnen, en bekeek verbaasd wat hij daar allemaal zag. Wat gebeurt hier allemaal in de stal? Zie ik het nou goed, ligt er hier zomaar een baby in de voederbak? Die hoort hier helemaal niet in de stal. Er was geen plaats meer voor ons in de Herberg vertelt Jozef aan de boer, en de herbergier vond het goed dat wij dan maar in de stal zouden slapen, want het is erg koud buiten en in de stal is het in ieder geval warm, er ligt wat stro en wij maken er zelf wel een bedje van. Zo eenvoudig kan het zijn. Wij hebben niet zo veel nodig, en onverwachts werd vannacht ineens ons kindje geboren, dat wisten wij ook niet van te voren . Alles is toch goed gegaan, wij gaan weer verder en bedanken je voor de ruimte die wij kregen om in deze eenvoudige stal te slapen. Wij waren blij dat we hier mochten zijn, toch nog een plaats waar we even mochten uitrusten.