Meester Berend staat voor de klas, hij heeft een stapel papieren in zijn hand, deel jij dat eens uit, hij kijkt Marco aan. Marco doet snel wat meester zegt, hij kijkt naar het bovenste papier, wat gek, het is helemaal leeg, wat zal de bedoeling zijn? Zullen ze mogen tekenen? Of misschien iets schrijven? Hij weet het niet, maar zodra hij de papieren heeft rondgedeeld en is gaan zitten vertelt meester wat de bedoeling is. Meester pakt een bakje met daarin allemaal kleine opgevouwen papiertjes. Op elk papiertje staat een naam van een kind uit deze klas, zegt hij, iedereen krijgt een papiertje, dat vouw je open en daarna berg je het snel op. Niemand mag weten wie je hebt, dus doe voorzichtig en laat het aan niemand zien. Dat is gek, wat moeten ze daarmee. Romee roept: Meester, meester, maar wat gaan we dan doen? Dat vertel ik zo, meester lacht en loopt met het bakje rond. Wanneer iedereen een papiertje heeft, zegt hij, zo en nu voorzichtig kijken en dan wil ik dat je daarna op je grote papier alles opschrijft wat je weet over het kind waarvan de naam op je briefje staat. Straks ga ik ze één voor één voorlezen en dan moet de klas raden over wie het gaat. Dat is spannend, best leuk ook, Marco lacht breed, hij kijkt voorzichtig in zijn papiertje, wie zal er op staan? Oh hij ziet het al, hij heeft Petra, dat is zo’n leuk meisje, dit wordt een makkie, hij weet best veel van Petra, zelfs waar ze woont en wat haar hobby’s zijn.
Het is rumoerig in de klas, overal hoor je nog papiertjes ritselen, je hoort kinderen lachen als ze de naam lezen, maar even later wordt het dan toch stil, ze schrijven, allemaal…. Nou nee niet allemaal, één jongen zit nog steeds te denken, hij heeft zijn potlood in zijn mond en kijkt zuchtend naar het plafond, hij weet niks, helemaal niks. Op zijn briefje staat de naam Marco en hij weet geen leuke dingen te bedenken, hij weet alleen nog slechte dingen, stoute dingen, want Marco heeft hem eens geslagen en zelfs geduwd. Pim neemt zijn potlood uit zijn mond en schrijft met koeienletters op zijn papier, rotjoch, slaat, duwt, lelijke naam en onderaan het papier schrijft hij: Ik weet niks leuks over hem te bedenken, sorry. Hij legt zijn potlood weer op zijn tafel, vouwt het blad dubbel zodat niemand het kan zien.
Wanneer iedereen klaar is, zegt meester, allemaal je papier inleveren bij mij.. dan lees ik ze voor en mogen jullie raden.
De kinderen rennen naar de tafel van Meester Berend en leggen snel hun papier neer en gaan weer terug naar hun plek. Even later zitten ze gespannen te wachten, dit is leuk, wat zal er over hun gezegd zijn, ze zijn allemaal erg benieuwd, Marco ook. Het eerste blad wordt door meester opengevouwen en voorgelezen. Er staat: Leuk, aardig, lacht heel lief, heeft een beugel, heeft sproetjes, is altijd gezellig, kletst graag. Dat is niet moeilijk te raden, dat weet iedereen, dat gaat over Dorothea, dat kan niet missen. Meester pakt het volgende papier en leest weer voor… na een kwartier heeft hij al tien voorgelezen en allemaal werden ze geraden. Het blad dat Pim geschreven had zat er nog steeds niet bij, dat was maar goed ook, maar dan, na nummer 12 pakt meester het papier van Pim van de stapel, hij vouwt het open en kijkt. Meester krijgt een rood hoofd, hij begint nog niet te lezen en kijkt bedenkelijk, wat ik hier lees, zegt hij, is niet grappig, ik schrik hier een beetje van, ik weet ook niet over wie dit gaat maar het zijn alleen maar slechte lelijke dingen, ik leg dit maar even aan de kant. Hij vouwt het papier weer dubbel en legt het naast zich neer. Een papier met alleen maar lelijke dingen? Voor wie kan dat zijn, over wie zal dat gaan? De kinderen kijken elkaar eens vragend aan, maar meester gaat verder en leest de tekst op het volgende blad en alweer wordt het geraden en als alle papieren voorgelezen zijn blijft alleen het papier met de lelijke dingen over. Marco weet het al, het gaat over hem, want hij heeft van alle kinderen de namen gehoord, behalve die van hemzelf. Hij is verdrietig, maar ook vreselijk boos, hij staat op van zijn plek en roept, laat maar, het gaat over mij, ik wil het niet eens horen, ik ga gewoon naar huis en hij rent de deur uit, grijpt zijn jas van de kapstop en even later staat hij op het schoolplein. Maar net als hij het hek uit wil lopen wordt hij vastgegrepen door een paar sterke handen, de handen van meester Berend. Meekomen jij, zegt hij op strenge toon, we praten dit netjes uit, met de hele klas. Marco sputtert tegen, hij wil niet mee, hij wil naar huis, hij probeert zich los te trekken, maar het lukt niet, hij kan niks anders doen dan meegaan… naar binnen, de klas in. Pim zit in de klas met een rood hoofd, hij durft niet op te kijken, de andere kinderen kijken nog steeds geschrokken, ze vinden het zielig, want Marco is juist zo leuk, hoe kan het dan dat er alleen maar slechte dingen op dat papier staan? Wat voor slechte dingen dan? Marco helpt altijd iedereen, hij is grappig, aardig, lief, ja zelfs lief, natuurlijk doet hij wel eens iets geks, maar dat doet toch iedereen. Irene roept door de klas: Marco ik vind je leuk hoor. Nu durft Pien ook: Marco ik vind je grappig, Gideon begint nu ook te roepen: Marco je bent en blijft mijn beste vriend. Alle kinderen zeggen iets leuks over Marco, behalve Pim hij kijkt boos en zegt: Maar ik, ik denk er anders over. Meester kijkt hem geschrokken aan, heb jij dat geschreven Pim? Natuurlijk, zegt Pim, Marco heeft mij geslagen en geduwd. Marco kijkt verbaasd, ik weet dat niet eens, wanneer was dat dan, ik kan het me niet herinneren. Heel lang geleden, zegt Pim, toen we in groep 2 zaten, ik weet het nog steeds. Marco staat met open mond te kijken naar Pim. Maar Pim, roept Guus, Pim dat is super lang geleden, toen waren we nog klein, we doen toch allemaal wel eens iets stoms, zit je nu nog steeds te zeuren over 5 jaar geleden? Marco heeft laatst nog geholpen met je fiets, ben je dat vergeten? Nou…. Fiets? Pim krijgt een rood hoofd, oh ja dat is waar ook, toen zijn fiets laatst stuk was heeft Marco hem geholpen en die is met hem mee langs zijn huis gereden om zeker te weten dat hij goed thuis kwam, hoe kon hij zo dom zijn om juist dat te vergeten. Geef mijn papier terug, zegt Pim, dan pas ik hem even aan. Ja maar zo werkt dat niet, zegt meester Berend, iedereen weet al dat er slechte dingen op staan. Maar ik wil het goedmaken, mompelt Pim, goedmaken met Marco. Sorry Marco, ik was de goede dingen vergeten, ik dacht nog teveel aan de slechte dingen. Je kent me niet eens, zegt Marco, we spelen bijna nooit samen, ik ben maar één keer met je mee geweest langs je huis, verder hebben wij nog nooit iets samen gedaan en toch dacht je dat je alles van me wist. Sorry Marco, Pim zegt het nog maar een keer. Je hebt gelijk, dom van me. Kom geef mijn papier dan gum ik al die slechte dingen weg, ik haal ze eraf en dan schrijf ik goede dingen op, dingen die ik ook weet maar waar ik in mijn boosheid niet op kon komen, ik zal proberen om de rest te vergeten. Vooruit dan maar, zegt meester Berend, hier heb je het papier, hij legt het opengevouwen blad op de tafel van Pim. Maar je krijgt van mij ook een blanco blad, daar staat niks op, je begint helemaal opnieuw, met een schone lij, zo noemen ze dat. Alles weg en opnieuw beginnen. Even later is Pim aan het schrijven, hij zet met grote letters Marco boven het papier en eronder komt te staan, aardig, behulpzaam, handig, leuk, vrolijk, praat graag. Ineens weet Pim het weer hoe het was op die dag dat ze samen met de fiets bezig waren en samen fietsten. Nu is het een heel ander lijstje geworden, een lijstje van de nieuwe Pim die ineens weet dat hij niet moet kijken naar vroeger, naar wat eens gebeurde, maar opnieuw moet beginnen, nieuwe kansen moet geven aan vrienden en kinderen en mensen. Dit is een Pim die geleerd heeft dat je mensen ook pijn kunt doen als je niet vergeeft en dat je je ook kunt vergissen of teveel naar slechte dingen kunt kijken, waardoor je de goede dingen niet meer ziet. Je hebt gelijk, mompelt Pim, ik ken je niet goed, ik ken eigenlijk alleen je naam en verder weet ik maar weinig over je, maar ik wil je beter leren kennen als jij dat ook wil. Marco lacht alweer, hij is blij dat het uitgepraat is, je hebt gelijk zegt hij, ik ken jou ook niet goed, we moeten elkaar eerst maar eens beter leren kennen. En zo komt het toch nog goed en kunnen de kinderen blij naar huis en als Marco thuiskomt en het hele verhaal vertelt dan vertellen zijn vader en moeder hem over God, God die elk kind door en door kent.
Hij kent ons vanaf het begin, zelfs toen we nog in de buik van onze moeder zaten wist God al wie we waren. Hij kent onze namen, die heeft Hij zelfs in Zijn handpalm gezet. Hij weet alles, echt alles. Hij weet waar we bang voor zijn, wat we leuk vinden, hoe we doen tegen anderen, de haren op ons hoofd heeft Hij zelfs geteld Gelukkig kijkt Hij naar ons met andere ogen, niet zoals de mensen doen, Hij roept ons en zegt dat we bij Hem mogen horen, Hij houdt van ons, Hij zorgt voor ons, Hij wil dat wij op Hem vertrouwen, dat wij Hem leren kennen en dat wij weten dat de oude dingen niet meer belangrijk zijn, die heeft de Here God weggedaan, uitgewist, alsof het is uitgegumd. Hij vindt ons waardevol, is dat niet geweldig? Ik vind van wel.
Bijbelverhalen
God kent jou, je bent waardevol
- Details
- Geschreven door Holman, Alie
- Categorie: Voor 6-12 jaar
- Hits: 18142