Ze zitten samen op de stoeprand vlakbij hun huis, de twee vrienden Jochem en Lamar. Ze kletsen over van alles en nog wat. Maar Jochem wil al heel lang iets vertellen aan Lamar en eigenlijk durft hij het niet zo goed. Stel dat Lamar hem uit gaat lachen en het maar gek vindt, maar Jochem heeft de Here Jezus gevraagd om in zijn hart te komen wonen en dat mag iedereen weten, hij is blij, blij met zijn Koning. Als ze even hebben gekletst zegt Jochem ineens: Ik hang de vlag uit, ik laat de vlag lekker wapperen op de toren van mijn hart.  Lamar zit doodstil en kijkt hem met open mond aan, hij kijkt verbaasd en tegelijkertijd verschrikt, is zijn vriend nu helemaal gek geworden? Dat kan toch helemaal niet, moppert hij, als jij een vlag op je hart wilt laten wapperen moet je hem er met stok en al in prikken en dat gaat mis, dat is niet mogelijk dan kun je gelijk naar het ziekenhuis. Jochem zucht, wat een domme opmerking, dat snap ik toch zelf ook wel, ik bedoel het niet echt. Oh alsof, zegt Lamar luid, nou als het alsof is dan is het nep en heb je er niks aan. Je begrijpt me niet, mompelt Jochem, ik bedoel dat ik iedereen wil laten zien dat de Koning thuis is, dat Hij in mijn hart woont en er ook echt is. De Koning?, Lamar begint te lachen, haha de Koning, hoe kan dat nou, dat is onmogelijk, er past geen koning in jouw hart, dat gaat toch niet.  Nee, niet zo, niet zoals gewone mensen, zegt Jochem, het is Koning Jezus, Hij woont nu in mijn hart. Lamar kijkt verontwaardigd, hoe weet je dat? Ik zie Hem niet hoor, ik zie helemaal niks. Jochem kijkt wat verdrietig, hoe moet hij dit nu toch uitleggen, dat is zo moeilijk, zo enorm moeilijk, hij weet het niet. Maar hij blijft rustig, Hij denkt aan Zijn Koning, hij moet nu niet bang worden, hij moet niet verdrietig worden, maar gewoon vertellen hoe het zit, dat gaat hij doen. Luister Lamar, zegt Jochem, ik voel dat de Here Jezus bij mij is, ik voel dat Hij in mij woont, want het werd warm van binnen toen ik Hem vroeg om bij mij te komen wonen en ik werd zo blij en zo rustig en ik wil dat jij dat ook voelt en dat jij dat kunt zien aan mij en daarom wil ik de vlag omhoog hijsen zodat iedereen weet en ziet dat de Here Jezus er is. Lamar moet er even over nadenken, hij wil zijn vriend toch ook geen pijn doen, hij fronst zijn wenkbrauwen en zegt: Nou ja ik had wel gezien dat je ineens zo blij was, maar ik dacht dat het kwam door je nieuwe laptop. En ik vond ook wel dat je zo rustig bleef. Dat je blij bent met de Here Jezus dat begrijp ik nog wel maar dat gedoe met die vlag vind ik maar een gek verhaal. Dat lijkt wel een sprookje, je hangt toch geen vlag uit als de koning thuis is? Nou dat weet je nooit, zegt Jochem verontwaardigd, dat weet je maar nooit, want in het echt is het wel zo. In het echt?, Lamar proest het uit, hij moet zo vreselijk lachen, zijn ze dom op het paleis, hangen ze de vlag uit als de Koning er is? Dat is toch helemaal niet dom, moppert Jochem, dat is juist mooi, ze willen het laten zien. Lamar staat vlug op, hij schudt met zijn hoofd, hij vindt het zo dom, zoooo enorm dom, doei zegt hij, ik ga naar huis, zie je later wel eens weer, als je weer normaal kunt praten. En voor Jochem nog iets kan zeggen is Lamar al foetsie, weggelopen en de deur van zijn huis op nummer 9 binnengegaan. Jochem is er helemaal verdrietig en stil van, hij blijft nog maar even zitten en dan gaat hij maar naar huis, want alleen is er niks aan, nou ja hij is niet helemaal alleen, de Here Jezus is nu gelukkig bij hem en dat voelt hij, ook nu, juist nu hij zo verdrietig is. 

 

Lamar loopt de kamer in rechtstreeks naar zijn vader die heerlijk in een stoel achterover hangt. Papa, roept hij, nu moet je toch eens horen wat Jochem zegt. Die Jochem spreekt wartaal, hij beweert dat de vlag op een paleis wordt gehesen als de Koning of Koningin thuis is. Dat slaat helemaal nergens op, ze willen toch helemaal niet dat iedereen dat weet, straks worden ze overvallen of zo, of als ze weg is en er hangt geen vlag kan iedereen inbreken er is tenslotte toch niemand thuis. Die domme Jochem, ik ben maar even weggegaan, wartaal heb ik geen zin aan.

Ho eens even, zegt vader, heb je hem daarom alleen gelaten? Volgens mij heeft Jochem gelijk. In verschillende landen is dat echt zo. Als de Koning of Koningin in het land is hangen ze echt de vlag uit en als de Koning of Koningin thuis is, echt in haar paleis of burcht of kasteel dan staan er ook nog eens wachters buiten om extra op te letten en iedereen kan het zien, de Koning is thuis, de Koningin is er.

Lamar kijkt geschrokken, hij doet zijn handen voor zijn mond, oh oh dat wist hij niet, nu heeft hij boos gedaan tegen Jochem, maar Jochem had gelijk.

Waarom vertelde Jochem dat eigenlijk aan jou, vraagt vader. Nou zegt Lamar, dat is een nog veel vreemder verhaal, Jochem zegt dat Koning Jezus in zijn hart is komen wonen dus wil hij een vlag laten wapperen op de toren zijn hart. Ten eerste heeft een hart geen toren en ten twee is dat onmogelijk, dat kan helemaal niet.

Vader kijkt bedenkelijk. Maar misschien is Jochem wel heel erg blij met Koning Jezus en misschien wil hij dat gewoon wel aan iedereen laten zien, een echte vlag op je hart hangen kan natuurlijk niet, daar heb je gelijk aan, maar het voelt wel alsof er een echte vlag op je hart wappert als je de Here Jezus hebt als Koning. Nou bij mij woont die nog niet hoor, zegt Lamar met een enorme zucht, dus er wappert hier nog niks, hij legt zijn op zijn hart. Misschien moet je er dan eens heel goed over na gaan denken of je ook wilt dat de Here Jezus in je hart komt wonen, dan zal Hij als Hij thuis is wachters voor je hart zetten die ervoor zorgen dat je veilig bent en de boze dingen je niet kunnen beschadigen en Hij kan ervoor zorgen dat je hart sterk wordt, net als een soort kasteel of burcht of een paleis. Dan heb je dus een Koning die op Zijn troon zit in het paleis of het kasteel en dan hang je de vlag uit en wappert het in de wind en kan iedereen het zien, vooral aan je stralende blije ogen en aan de dingen die je doet. Nu weet ik het wel, zegt Lamar zuchtend, nu weet het wel, ik ga snel naar Jochem en sorry zeggen en over die Koning praten we nog wel een keer, misschien wil ik die ook wel, maar ik wil er nog wel even heel goed over nadenken. Dat is verstandig, zegt vader, maar wacht niet te lang. Ga maar snel. Lamar rent naar buiten, snel naar nummer 7 waar zijn vriend Jochem woont en als Jochem de deur opent is het eerste wat Lamar zegt, je hebt gelijk, sorry en die Koning en die vlag en mijn hart daar denk ik nog even heel goed over na, misschien wil ik dat ook wel. De vrienden ploffen weer neer op de stoeprand en ze praten over van alles, maar vooral ook over de vlag in de top en de Koning met zijn wachters.