Dat brilletje is lelijk, zegt kleine Marvin tegen Roos, het is vreselijk lelijk. Roos kijkt sneu… Nou zeg, moppert ze, ik heb het net mooi opgepoetst. Het glinstert en het glanst. En toch… zegt Marvin… en toch vind ik het oerlelijk.
Roos wordt er erg verdrietig van en stopt haar brilletje snel weg. Daar loopt ze dan, het kleine mooie meisje, met haar traantjes in haar oogjes, ze gaat op weg naar haar huis. Maar dat is niet zo eenvoudig, want zonder haar brilletje ziet ze niet zo goed. Boing… daar loopt kleine Roos zomaar tegen een paaltje. Kijk uit roept Marvin, die achter haar aangelopen is,je kijkt helemaal niet waar je loopt. Roosje zegt niks, verdrietig loopt ze verder en ze denkt bij zichzelf, daar kan ik toch niks aan doen, ik zie niet goed zonder bril. Het duurt niet lang of Roos struikelt over een tak op de weg, daar ligt ze… languit op de grond. Dom hoor, roept Marvin, heel dom. Je moet kijken waar je loopt. Dat doe ik ook wel, denkt Roosje bij zichzelf. Ze staat weer op en loopt zonder iets te zeggen verder. Ze moet bijna huilen. Ze komt bij het kruispunt en wil net oversteken over de grote weg als Marvin haar ineens terugtrekt, kijk uit.. roept hij, er komt een auto aan. Hij is boos op Roos en zegt: Waarom kijk je nou niet uit.. en dan zegt Roosje, ik kijk wel uit, maar mijn oogjes zijn niet zo goed, daarom heb ik een brilletje nodig, een brilletje om mij te helpen om alles goed te zien.
Marvin wordt er gewoon stil van. Oh zegt hij, maar waarom heb je het dan niet op. Omdat jij het stom vond, zegt Roos. Ze pakt haar brilletje weer uit haar zak en zet het snel weer op. Ze ziet alles weer beter dan ooit, ze voelt zich ook weer beter dan ooit, ze lacht blij. Oei zegt ze, wat ben jij lelijk en ze kijkt lachend naar Marvin. Nu is Marvin sneu. Grapje, zegt Roos. Ik meen er niks van hoor. Marvin je bent goed zoals je bent. Dat is lief van Roos dat ze niet akelig doet tegen Marvin, maar juist aardig blijft.
En weet je… Roos zegt wat de Here Jezus ook tegen ons zegt, je bent goed zoals je bent. Roos had haar bril nodig om goedte kunnen zien en er zijn heel veel mensen die iets nodig hebben om iets goed te kunnen. Dat geeft helemaal niks, want iedereen, ook Roos met haar brilletje en ook Marvin met zijn gemene opmerking, is volgens de Here Jezus een parel. Een mooie glimmende parel, Hij wil heel graag die parel oppoetsen en nog mooier maken en dat mag en dat is bij Marvin zeker nodig, want zulke gemene opmerkingen zijn niet goed. Hij heeft er veel spijt van en zegt gelukkig toch nog: Roos je benttoch wel mooi hoor! Lief hè!
|