De kinderen spelen vrolijk in de slaapkamer van Bartje. Ze spelen verstoppertje en het is ontzettend leuk. Bartje moet gaan zoeken en hij begint te tellen… één, twee, drie, vier.. ik kom, roept hij. Maar dat is de bedoeling niet, zeggen Jefta en Ben, dat is veel te kort, zo hebben wij veel te weinig tijd. Tot hoeveel moet ik dan tellen zegt Bartje? Tot honderd roept Ben verontwaardigd, logisch toch…! Ja logisch, zegt Jefta. Maar ik kan nog helemaal niet tot honderd tellen, bromt Bartje. Ik kan maar tot tien. Dan tel je maar heel, heel, heel langzaam, zegt Ben. Ja dat zal hij doen. Zuchtend begint Bartje te tellen: Eén, twee…, drie…., vier…, vijf…, zes…, zeven…, acht…, negen…, tien! Dan kijkt hij de kleine slaapkamer rond. Hij ziet nog niks. Hij kijkt in de kast…. Ook niks. Hij kijkt onder het bed. Daar is ook niks te zien, hij heeft overal gekeken.
Waar zitten jullie?, roept Bartje! Maar hij hoort niks. Ineens heeft Bartje een heel goed plan. Hij roept, Jefta kom maar uit, gezien. Verbaasd komt Jefta vanaf de gang de slaapkamer inlopen. Huh, dat kan helemaal niet, zegt hij. Jawel hoor zegt Bartje, gezien.. zeker weten. Hij roept nog een keer: Ben, Ben... kom maar, gezien. Maar Ben komt er nog niet aan, want hij gelooft er niks van.
Hij hoort Bartje wel roepen. Hij zit beneden, onderaan de trap en kijkt omhoog. Bartje wordt boos, hij roept nog harder: Ben... kom onmiddellijk hier… je bent gezien. Daar komt Ben aangelopen en zijn hoofd is rood van boosheid. Hoezo gezien?, moppert hij.
Je bent gezien, precies zoals ik het zeg, zegt Bartje kordaat. Dat kan helemaal niet, zegt Ben, jij kon mij nooit zien onder aan de trap. Dan begint Bartje vrolijk te lachen, ik zei toch ook niet dat ik jullie had gezien. Ik zei: Gezien. Ho ho zegt Jefta, ik hoorde jou ook roepen, je bent gezien. Ja je bent ook gezien, zegt Bartje. De Here God ziet alles, Hij heeft jullie gezien. Haha dat is waar, zegt Jefta. Je hebt helemaal gelijk, de Here God ziet alles, maar Hij deed niet mee met het verstoppertje spelen. Je speelt vals, dat is niet eerlijk. Ook dat is waar, dus beginnen ze maar snel weer opnieuw en Bartje is hem nog een keer.
Het was wel slim bedacht van Bartje, want de Here God ziet jou en mij, Hij ziet alle kindertjes van de wereld. Ook als ze in een klein hoekje zitten om te schuilen, het maakt niet uit waar ze zijn, God ziet iedereen. Toch was het niet eerlijk van Bartje, want bij het verstoppertje spelen moet je wel zelf de kindertjes zien, met je eigen ogen!!!!
|