Als boodschapper van God moest Elia naar koning Achab gaan en vertellen dat God weer regen zou geven. God wilde ook laten zien, aan iedereen, aan de mensen uit Israël en aan alle profeten van de Baäl, dat Hij de enige echte God was.
Daarom moest Koning Achab alle mensen oproepen en alle profeten laten komen en dat waren er heel veel. Iedereen kwam naar de berg Karmel.
Elia vertelde aan de mensen dat ze moesten kiezen voor de echte God en dat ze alleen deze God moesten volgen. De mensen zeiden niets en bleven stil. Toen kwam Elia met een heel bijzonder plan. Hij vroeg om twee stieren. Eén stier voor de profeten van Baäl en de andere stier voor Elia. Het zou een soort wedstrijd worden. De stieren moesten geslacht worden en op hout gelegd, maar niemand mocht het hout aansteken en vuur maken. Het was juist de bedoeling dat God voor vuur zou zorgen of Baäl natuurlijk.
Spannend hoor, of eigenlijk helemaal niet spannend want Elia wist natuurlijk allang wie er zou winnen, maar de stieren werden gebracht en de profeten van Baäl mochten zelfs kiezen welke stier zij graag wilden hebben. Ze kozen een stier en maakten het klaar om op het hout te leggen. Ze waren er helemaal klaar voor, zij zouden aan iedereen laten zien dat Baäl, hun god, zou winnen. Van ’s morgens tot ’s middags riepen ze tot Baäl: Antwoord ons. Er kwam geen antwoord, ze hinkelden om het altaar heen en er gebeurde niks.
Elia begon zelfs te plagen: Misschien moeten jullie wat harder roepen, hij is toch een god? Misschien hoort hij het niet, misschien slaapt hij nog of zit hij na te denken, misschien… is hij op reis. De profeten van Baäl gingen nog harder roepen, ze deden ontzettend hun best om Baäl aan te roepen, ze probeerden van alles, maar Baäl antwoordde niet, er was helemaal niks te horen.
Kom hierheen, zei Elia. Alle mensen gingen naar Elia toe. Hij stond bij het altaar van de Here God. Dit altaar hadden ze helemaal stukgemaakt, maar Elia maakte het altaar weer klaar met twaalf stenen. Om het altaar heen maakte hij ook nog een soort gleuf waar water in kon. Er kwam hout op het altaar en de stier werd in stukken boven op het altaar gelegd. Toen deed Elia iets heel vreemds, hij liet vier kruiken met water halen en hij liet al het water over het altaar gooien, dit deed hij niet één keer, ook niet twee keer, maar zelfs drie keer. Het altaar was kleddernat en de gleuf er omheen was volgestroomd met water. Toen moest God vuur geven.
Elia hoefde het gelukkig niet helemaal alleen te doen. Natuurlijk waren alle profeten van God dood, hij was de enige die nog leefde, maar toch was hij niet alleen, de Here God was bij hem. Hij zei tegen God: Laat zien dat U God bent in Israël en dat ik Uw knecht ben en dat alles wat ik doe van U is. Antwoord mij.
Weten jullie wat er gebeurde? Er kwam vuur uit de hemel en het hele altaar, de stier, het hout, de stenen en de aarde werden helemaal verteerd, alles was weg, zelfs het water rondom het altaar. Alles, maar dan ook echt alles was verdwenen en iedereen had het gezien. Ze waren verbaasd, het was overduidelijk dat de God van Elia de enige echte God was. De mensen knielden en ze riepen: De Here, die is God. Ze hadden helemaal gelijk en weet je…. Elia liet alle profeten van de Baäl pakken en doden. Daarna stuurde hij Achab weg om te eten en te drinken en terwijl Achab ging eten en drinken ging de knecht van Elia voor hem op de uitkijk staan, want God had regen beloofd en de regen moest nog komen. Zeven keer moest de knecht gaan kijken van Elia of er al wolken kwamen en ja hoor… de zevende keer zag de knecht een wolkje zo klein als een hand uit de zee omhoog komen en toen was het tijd om aan Achab te vertellen dat hij niet moest stoppen voor de regen. Er kwam een enorme stortregen. En de hand van de Here was op Elia, Hij bracht hem verder.
1 koningen 18:19-40