Afdrukken
Categorie: Vertelverhalen van Anita
Hits: 5070

Het is straks Sinterklaas en dan krijgen kinderen vaak een cadeautje. Daarom wil ik jullie vandaag iets vertellen over geven. Toen ik nog een jong meisje was, had ik een mooie appel, maar er zat een klein rot plekje aan. Dat plekje sneed ik eruit en ik wilde de appel net gaan opeten toen Sietske, ons buurmeisje, binnenkwam. Bij Sietske thuis waren ze erg arm, dus zij kreeg haast nooit een appel. Mijn moeder zei tegen mij dat ik de appel met haar moest delen. Maar ik zei: “Nee hoor dat is mijn appel”. Was dat lief van mij? Nee hè. Mijn moeder keek verdrietig, dus zei ik :”Nou, vooruit dan maar”. Ik sneed de appel middendoor en gaf Sietske de helft. Maar mijn moeder schudde haar hoofd en keek nog steeds verdrietig. Waarom denk je? Ik had de helft met het stukje eruit weggegeven en de grootste helft zelf gehouden. Van mijn moeder moest ik ruilen. Ze zei tegen mij: ”Als je iets weggeeft, dan moet je het beste weggeven”. Ik ruilde mijn helft met die van haar, maar ik trok een zuur gezicht. Sietske was zo blij met de appel, dat ze het niet zag. Zij had alleen maar oog voor die lekkere appel. Gelukkig maar. Want is het leuk als iemand iets met je deelt en hij trekt zo’n lang gezicht?

Later heeft mijn moeder mij geleerd om te delen of om iets weg te geven en toch blij te zijn. Ze leerde mij dat in de bijbel staat dat we moeten leren om met plezier iets weg te geven. In de Spreuken zegt de Here Jezus ons: ”Wie veel weggeeft wordt steeds rijker en wie gierig is, (dus iemand die niets kan missen) komt nog steeds te kort”. 
Toen de Here Jezus op aarde was, heeft Hij ondanks dat Hij arm was, de mensen heel veel gegeven, zelfs zijn eigen leven, voor ons allemaal. En Hij is er heel rijk door geworden. Wil dat zeggen veel geld? Nee, Hij heeft gedaan wat zijn Vader in de hemel wilde en dat maakte Hem zo rijk. Hij zit nu op de troon en is de Koning van de hemel en de aarde. Daarom is het belangrijk dat wij leren om veel te geven, zodat wij ook weer veel van de Here Jezus terug kunnen krijgen.  De Here Jezus heeft ons beloofd dat wij  bij Hem in de hemel koningskinderen worden! Dus jullie zijn dan prinsen en prinsesjes.

Enschede 2007