Afdrukken
Categorie: Voor 6-12 jaar
Hits: 9414

Grote schoonmaak

Vandaag ga jij je kamer opruimen zegt Vader tegen Els. Els kijkt haar vader met gefronste wenkbrauwen aan. Kamer opruimen?, ze snapt er niks van, het is toch netjes op haar kamer. Je hoeft me niet zo raar aan te kijken Els, zegt vader boos, je hoort me best en je weet ook wel wat ik bedoel, het is een dikke troep op je kamer, een rommelzootje. Els kijkt nog steeds met gefronste wenkbrauwen naar haar vader, haar hersenen werken in een sneltrein tempo door. Rommelzootje, dikke troep?, hoe komt vader er toch bij. Ze mompelt nog even iets en draait zich om en loopt weg. Stampend gaat ze de trap op naar boven en terwijl ze bij haar slaapkamerdeur staat hoort ze haar vader nog roepen: Opruimen is opruimen Els, als het niet netjes is doe ik het voor je. Jaja Els weet hoe dat gaat, als papa op gaat ruimen dan ruimt hij echt op, niet een klein beetje, nee dan houdt hij grote schoonmaak en dat kan niet de bedoeling zijn. Els weet precies wat papa bedoelt en ze weet dat ze nu toch echt zelf op moet ruimen. Maar dat opruimen valt nog niet mee, overal ligt rotzooi. Els duwt de deur van haar slaapkamer open en terwijl ze tegen de deur aan duwt voelt ze hoe er allerlei rommel mee schuift. Het is geen echte rommel, het is geen afval, het zijn kleren, allemaal kleren, want Els past graag van alles aan. En elke morgen staat ze voor de spiegel en kijkt of het wel mooi zit en of het past bij haar bui. Want als Els chagrijnig is kan ze natuurlijk niet in een vrolijk jurkje de straat op, nee dat moet heel zorgvuldig uitgekozen worden. Dus Els past echt van alles en alles wat haar niet aanstaat gooit ze gewoon op de grond. Mama ruimt dat vanzelf een keer op. Maar nu moet ze het zelf doen grrrrr, Els moppert en gromt, ze is niet blij, ze heeft geen zin. Ze pakt een truitje op en probeert het op te vouwen, dat gaat niet zo handig, maar ze probeert het toch en daar gaat het om. Els klimt over de bergen speelgoed heen naar haar kledingkast, ze probeert de deur los te trekken, maar dat gaat haast niet meer. Voor de deur ligt een hele bult met broeken. Ja die vielen uit de kast toen Els aan het passen was en Els had geen zin om ze terug te leggen, dus liet ze ze gewoon liggen op de grond. Papa en mama noemen Els een sloddervos en haar vriendinnen en vriendjes noemen haar een rommelkont. Daar staat ze dan, met het truitje in haar handen te trekken aan de kastdeur. Els trekt zo hard ze kan tot de deur opengaat. Dan begint ze wat dingen in de kast te stoppen, niet netjes, nee natuurlijk niet, Els propt het gewoon naar binnen, de broeken, de truitjes, er liggen ook nog een paar jurkjes, ja er ligt van alles. Els is al een half uur bezig en ze is moe. De vloer is wel al weer een beetje zichtbaar, gelukkig wel, nu ziet Els in elk geval dat ze iets gedaan heeft, maar er ligt nog genoeg, het is nog lang niet klaar. Er ligt ook nog speelgoed. Ze ziet de stapel poppen, tjonge wat een zootje, Els is er helemaal klaar mee, bekijk het maar denkt ze bij zichzelf, ze gooit de poppen in een hoekje van haar kamer, net achter de kast, zodat papa en mama het niet gelijk zien en vervolgens gaat ze snel naar beneden, want ze wil ook nog buiten spelen. Als Els de kamer binnenloopt, zegt papa gelijk tegen haar: En? Is het al opgeruimd? Hij kijkt Els aan met grote doordringende ogen, het voelt alsof hij alles kan zien wat ze denkt. Els staat te trillen op haar benen, ze mag niks laten merken en dat doet ze ook niet, ze mompelt, ja hoor, het ziet er weer aardig netjes uit. Aardig netjes?, vraagt vader met een donkere stem, aardig netjes of helemaal schoon. Nou zegt Els, je kunt er weer goed lopen, de vloer is leeg, ik vind het netjes. Vader kijkt haar nog eens aan, nou vooruit dan maar, ik geloof je. Els kijkt blij: Mag ik dan nu naar buiten, vraagt ze? Ja hoor, zeggen papa en mama tegelijk: Ga maar. Els huppelt naar de kamerdeur en gaat snel naar de gang, voordat ze zich bedenken, ze trekt haar jas en aan en huppelt vrolijk naar buiten om te spelen. Ze ziet gelijk Joep in de straat, Joep Joep roept Els, Joep zullen we met de bal gaan spelen en overgooien? Ja hoor, zegt Joep, dat is prima, ik haal een bal, als je hier even wacht….! Ja dat doet Els wel, Els wacht wel. Ze gaat zitten op de rand van de stoep en ze wacht op Joep. Maar het duurt maar even en de deur van hun huis gaat open, Els kijkt achterom, ze ziet vader staan met een rood hoofd van boosheid. In zijn handen heeft hij twee enorme vuilniszakken vol met spullen. Dat zal toch niet haar speelgoed zijn? Els wordt wit van schrik, papa zal toch niet achter de kast hebben gekeken op haar slaapkamer? Hij zal toch niet de kledingkast geopend hebben, want dan valt alles eruit en dan ook echt alles, dat weet Els wel en ze hoopt maar dat vader dat niet gedaan heeft. Maar als vader begint te praten weet Els genoeg, dat heeft hij dus wel gedaan. Vader is boos, heel boos: Ben je nu helemaal betoeterd roept hij boos door de straat. Het was een zootje op je kamer, je had helemaal niet opgeruimd, je had gewoon alles in de kast gepropt en achter de kast lag ook nog een hele berg, maar nu niet meer, nu zit het hier in. Hij houdt de vuilniszakken omhoog en zegt: Zo en dat gooien we weg, want jij hebt niet nodig. Els schrikt, maar dat is niet de bedoeling. Niet doen, niet doen, roept ze huilen, papa niet doen, ik ga echt opruimen, echt waar. Vader kijkt haar nog eens goed aan en dan zegt hij: Nou vooruit voor deze keer krijg je nog een kans, mee naar binnen en alles op de juiste plek, geen gerommel achter de kast of in de kast. Ja nu weet Els het wel, ze loopt met vader mee naar binnen en ziet nog net hoe Joep met een verbaasd gezicht hen nakijkt. Boven loopt ze haar slaapkamer in, de vloer is leeg er is geen rommel meer te bekennen, er is in lange tijd nog niet zoveel ruimte geweest om te spelen. Ze kijkt verbaasd rond. Vader heeft de vuilniszakken met kleren en speelgoed weer naar boven gebracht en Els begint gelijk met opruimen, dit keer echt en heel netjes, want als papa alles weggooit heeft ze niks meer om mee te spelen en geen kleren meer om aan te trekken, dat kan natuurlijk niet, hoe moet ze dan naar school of naar buiten? Zonder kleren? Nee dat moet maar niet. Het duurt wel even voor Els klaar, maar dan is het gelukkig toch gelukt en roept ze papa en mama om te komen kijken. Papa en mama staan zonder iets te zeggen op haar slaapkamer en kijken goed in alle hoeken en in de kast, maar het is nu echt netjes, heel netjes. Ze vuilniszakken zijn leeg en de spullen gelukkig niet weggegooid. Zie je nu hoe mooi je kamer is als je hebt opgeruimd?, vraagt mama. Ja dat ziet Els wel. En eigenlijk zou je ook nog wel even kunnen stofzuigen, zegt papa, dan wordt het nog veel schoner. Els schiet in de lach, dat is wel wat veelgevraagd, ze denkt er niet over, dat gaat ze niet doen. Ja duh, zegt ze, dat kan ik niet hoor. Ik hoop maar dat het in jouw hart niet zo’n rommel is, zegt mama, want dan wordt het tijd dat je daar ook eens een opruiming houdt. Soms moet je dingen wegdoen, dingen die niet goed voor je zijn, soms moet je opruimen net als in je huis en slaapkamer zodat het weer netjes wordt, zodat er weer iemand kan rondlopen en wonen. In jouw slaapkamer was dat haast niet meer mogelijk en bij sommige mensen in hun hart is het ook een zootje. Daar kan Jezus niet wonen, daar is bijna geen plek meer voor Hem omdat het volgepropt is met verkeerde dingen. Dat moet niet, De Here Jezus vraagt aan ons wat wij op willen geven voor Hem. Wat kunnen wij wel missen? Alle foute dingen toch? We krijgen er zoveel voor terug, het wordt zo mooi van binnen, zo schoon en dat is toch zeker een opruimbeurt waard? De Vader in de hemel wil jou helpen om je leven op te ruimen, net zoals papa jou heeft geholpen om je kamer op te ruimen. Is dat niet geweldig?, vraagt mama aan Els. Ja dat is geweldig, dat mag de Vader doen zegt Els, maar ik heb liever dat papa van mijn speelgoed afblijft. Papa en mama schieten in de lach en Els ook.