Taddeüs

 

Twaalf apostelen, stuk voor stuk mannen die door de Here Jezus geroepen werden om met Hem mee te gaan en te leren van alles wat Hij zou doen en zou vertellen en zou laten zien. Ze mochten genieten van de wonderen en van de mooie verhalen, eigenlijk was dat heel bijzonder. Twaalf apostelen, Simon, die ook wel Petrus werd genoemd was welkom om mee te gaan met de Here Jezus, zijn broer Andreas mocht ook mee, Jacobus met zijn broer Johannes, Filippus en Bartolomeüs, Tomas en Matteüs, Jakobus, Taddeüs, Simon en Judas.

Deze mensen mochten allemaal bij Hem horen. De twaalf mannen hoorden de woorden van de Here Jezus, ze begrepen Zijn opdracht om naar de mensen toe te gaan, om te vertellen van genezing, om te zeggen “Jezus maakt vrij” ja ze gingen met Hem mee, overal waarheen Hij maar wilde gaan. En er gebeurden wonderen. De Here Jezus was er bij en Hij wilde het doen, Hij wilde mensen beter maken en zo genas Hij een melaatse man, de man was ziek, mensen waren bang om net als hem ziek te worden, ze bleven uit zijn buurt, maar nu had hij de kans om bij de Here Jezus te komen en Hem te vragen om genezing, natuurlijk wilde Jezus het doen. En Jezus ging de stad Kafernaum binnen en een hoofdman vroeg genezing voor zijn knecht. De hoofdman hield van zijn knecht en deze knecht was zo ziek;  Jezus U kunt hem toch genezen? De hoofdman was er zeker van en toen Jezus zei dat Hij wel naar zijn huis wilde komen zei de hoofdman; Eén woord van U zal al genoeg zijn om mijn knecht te genezen, dat was zo, Jezus deed het en de knecht werd gezond. Jezus kwam bij Petrus thuis, daar lag de zieke schoonmoeder van Petrus en de Here Jezus pakte haar hand en maakte ook haar helemaal gezond. Het ene wonder na het andere gebeurde en de discipelen bleven Jezus volgen, ze gingen naar het meer, het water was wild, de golven kwamen hoog, de discipelen waren bang en de Here Jezus lag heerlijk rustig te slapen, maar toen ze Hem wakker maakten deed Hij alweer een wonder, Hij zorgde dat de wind ging liggen en het water rustig werd. Ze dachten dat ze zouden verdrinken, maar het kwam allemaal goed omdat Jezus een wonderwerker was. En zo leerden de discipelen om te vertrouwen op Jezus, om niet bang te zijn maar mee te gaan, ze werden sterk door de wonderen die ze zagen en kregen geloof en vertrouwen. Ze wisten dat als zij zouden doen wat de Here Jezus sprak en net als Hem zouden gaan handelen… dan zouden er wonderen gebeuren. De woorden van de Here Jezus waren zo belangrijk, als ze die zouden vasthouden en niet loslaten en als ze Hem zouden volgen dan beloofde de Here Jezus dat Hij zichzelf zou laten zien, dan zouden ze grote wonderen gaan zien.

Er waren twaalf discipelen, twaalf apostelen en van de meesten hebben jullie vast wel iets gehoord, Petrus die op het water liep, Judas die de Here Jezus verraadde, maar één ervan Taddeüs die wordt minder vaak genoemd in de bijbel, maar hij was wel heel verstandig, hij was er wel, misschien wilde hij niet zo op de voorgrond staan en was hij wat verlegen, we weten dat niet, maar hij was het die aan de Here Jezus een hele verstandige vraag stelde, Taddeüs vroeg: Hoe komt het toch dat U uzelf aan ons wilt laten zien en niet aan de mensen van de wereld? En toen gaf de Here Jezus antwoord en liet Hij merken hoe belangrijk het is dat mensen de Here Jezus liefhebben en dat ze houden van God de Vader. “Iedereen die mijn geboden bewaart die houdt van Mij en als iemand van Mij houdt dan zal Mijn Vader in de hemel ook van die persoon houden en Ik zal van hem houden en Mijzelf aan hem laten zien.” Dat is heel bijzonder, Taddeüs snapte dat de Here Jezus zich wilde tonen aan de discipelen omdat zij van Hem waren gaan houden en naar Zijn woorden luisterden en die goed in hun hart bleven bewaren en gingen doen wat Hij tot hen zei en hij snapte heel goed dat de Here Jezus juist daarom zich aan hen zou laten zien en zoveel wonderen deed, want ze hadden echt wonderen mogen zien, zo mooi, zo speciaal en zo indrukwekkend, dat zouden ze nooit vergeten. Taddeüs kreeg het antwoord op zijn vraag en eigenlijk wist hij het wel, natuurlijk zou hij blijven doen wat Jezus sprak, hij zou uitgaan, spreken van Jezus, Zijn woorden doorgeven aan anderen, bidden voor de mensen en liefhebben en samen met zijn vrienden de andere discipelen zou hij de weg gaan die Jezus hen wees, ze zouden Hem blijven volgen. Zo bijzonder, Taddeüs een discipel van de Here Jezus, niet zo heel erg bekend, maar toch begreep hij de Here Jezus en hij hoorde de vraag van de Here Jezus om Hem te volgen en hij ging.... net als de andere elf volgelingen!