In de grote schuur op het erf van boer Bas ligt een bange kip in het uiterste hoekje van de kippenhoek. Ze is verdrietig, ze is bang en ze heeft het koud. Weten jullie hoe dat komt? Dat komt omdat de andere kippen haar niet aardig vinden, ze vinden haar niet mooi genoeg en daarom plagen ze haar. Ze tokkelen vrolijk “hahahaha”, ze wijzen met hun pootjes en ze kletsen er heerlijk op los. Geen gewone praatjes, maar de ergste verhalen weten de dames te bedenken. En vandaag, vandaag is het een chaos in de kippenhoek, de ene kip is nog erger dan de ander. Tokkie is het ergst van allemaal, zij  loopt voorop en vertelt de anderen wat ze moeten doen. Ze wappert met haar vleugels. Ze roept: Kom we pakken Sproetje, we plukken al haar veren, we maken haar kaal!. Sproetje ziet ze al aankomen, ze rent niet eens meer weg maar ze geeft zich gewillig eraan over. Ze komen steeds dichter en dichterbij. Ze is bang, ze wil wel rennen maar het heeft geen zin, ze zijn groter, sterker en sneller en ook mooier. Ook mooier? Dat denkt Sproetje wel, maar is dat ook zo? Zit mooiheid echt aan de buitenkant? Nee Sproetje zo is het niet, je bent pas mooi als je weet wat liefde is en dat ook aan anderen kunt laten zien. Het stemmetje in haar hoofd vertelt het haar, maar Sproetje hoort het niet, ze bibbert van angst. De kippen staan in een kringetje om Sproetje heen, ze pikken haar aan alle kanten, ze trekken met hun snavels aan haar veren en ze tokkelen zo hard ze kunnen. Het is een enorm kabaal. Sproetje verzet zich niet, ze ziet hoe haar veren alle kanten op vliegen, ze heeft pijn en ze wil hulp, maar wie kan haar helpen? Wie? 

 

Ineens roept een harde stem: Wat is hier aan de hand? Met grote stappen loopt boer Bas door de schuur, rechtstreeks naar de kippenhoek. Zijn jullie helemaal betoeterd roept hij tegen de kippen, wegwezen. Hij loopt naar Sproetje en tilt haar op met zijn sterke handen. Sproetje is haast helemaal kaal, ze heeft lelijke plekjes op haar buik. Tokkie roept: Zie Sproetje.. ze heeft kippenvel. Boer Bas verstaat het niet, maar hij hoort het getokkel wel en schopt haar aan de kant, wegwezen jij, roept hij naar Tokkie. Je bent gemeen, kijk wat je hebt gedaan, is dat eerlijk? Tokkie draait zich om en loopt weg, ze is een trotse kip, trots en verwaand en ze luistert naar niemand, helemaal niemand.

 

Boer Bas neemt Sproetje mee naar het grote huis op het boerenerf, ze mag zelfs mee naar binnen. Ze kijkt haar ogen uit, het is er mooi en warm. Die warmte kan Sproetje goed gebruiken. Weet je wat, zegt boer Bas, we vragen de boerin om een heerlijk jasje, dan kunnen de wondjes herstellen en dan hoop ik dat de andere kippen je met rust laten. De boerin is al aan de slag, ze zit te knippen en ze gaat naar de naaimachine en voordat Sproetje het in de gaten heeft draagt ze een prachtige jas. Een dikke warme jas waar de andere kippen niet doorheen kunnen pikken. Sproetje is blij, zo blij en de boer geeft haar ook nog een mooie gekleurde veer. Kijk zegt hij, die is voor jou, neem die maar mee en als je straks weer tussen de kippen loopt zullen ze zien hoe mooi je bent en over een tijdje  heb jij weer prachtige, nieuwe veren, dan heb je de mooiste veren van allemaal, dat weet ik zeker. Sproetje is blij en als de boer haar terugzet in de kippenhoek, tussen de andere kippen, dan kijken ze allemaal verbaasd. Sproetje heeft een jas, roepen de dames, ze tokkelen, hun snavels vallen open van verbazing en Sproetje loopt rondjes om te laten zien hoe mooi ze is, het lijkt wel een modeshow. Tokkie is boos, dit had ze niet verwacht, ze probeert de andere kippen over te halen om weer aan te vallen, maar ze willen niet meer. Het was niet eerlijk, roept Kokkie tegen Tokkie. Het was kwaadaardig, zegt Snuitje. Je bent gemeen, tokkelt Kippie, we hadden het nooit mogen doen. Het was fout om te luisteren naar Tokkie. Ze hebben spijt en dat vertellen ze luidkeels. Ze tokkelen om het hardst: Sorry Sproetje, sorry. Ze stellen vragen: Sproetje hoe kom je aan die mooie jas. Waarom heb je die mooie veer. Waar ben je heen geweest. Sproetje vertelt van boer Bas, van het mooie huis en hoe het er binnen uitzag, van de boerin die ging knippen en een prachtige jas maakte en van de veer die ze mee mocht nemen zodat ze nooit zou vergeten dat ze op een dag weer mooie veren zou hebben, en ze vertelde het belangrijkste van alles: Dat de buitenkant niet belangrijk is, maar dat het erom gaat dat je weet wat liefde is, dat je anderen zult helpen, beschermen en dat je zelfs kunt vergeven. Het is stil geworden in het kippenhok, nou ja stil…… alleen Tokkie loopt nog boos heen en weer. Ze wil nog steeds de beste zijn, ze wil nog steeds de baas spelen, maar het lukt niet meer. Sproetje is sterk geworden, ze is nu niet meer bang, boer Bas is haar beste vriend, elke dag komt hij kijken in de kippenhoek, elke dag tilt hij Sproetje op en kijkt hoe het met haar gaat, elke dag roept hij naar Tokkie: Denk erom, als je haar weer kaalplukt zal ik jou laten zien wie hier de baas is.

 

In de kippenhoek bij boer Bas was het vaak een zootje, Tokkie wist de anderen over te halen om slechte dingen te doen, maar gelukkig leerden de anderen om te luisteren naar de stem van hun hart, de stem van liefde. Dat is ook wat de Here God van ons vraagt, dat wij leren luisteren naar de stem van liefde, want God is liefde. Hij waarschuwt ons “blijf uit de buurt van de boze en luister niet naar hem”. Hij heeft groot gelijk, want als wij luisteren naar de stem van de boze dan doen wij dingen die niet goed zijn, dan laten wij ons overhalen tot slechte dingen. De boze probeert ons alles af te nemen, alles wat we hebben, dat hebben we vaak niet in de gaten. Als wij naar hem luisteren dan zal het eerst heel mooi gaan, dan zal het lijken of het goed met ons gaat, maar op een dag zal hij zijn kans grijpen en  ons kaal te plukken. Nee hij zal niet onze haren uit ons hoofd trekken, hij zal niet veren bij ons plukken, want die hebben wij niet, maar hij zal wel onze veiligheid van ons afnemen, we zullen geen mooie toekomst hebben als we hem de kans geven. Maar de Here God is liefde. Hij zoekt naar mensen die Hem nodig hebben, Hij wil ons optillen en beschermen, Hij wil ons leren om het goede te doen en om te zorgen voor iemand die het moeilijk heeft. Hij wil ons laten zien dat Hij onze grote Vriend is en dat wij op Hem mogen vertrouwen, altijd.